EVAQ8 modellen
De rechte koppeling, uitlaatfilter, slang, inline-filter, rechte koppeling en behuizing van de fitting en klittenband voor
buisbevestiging worden meegeleverd met de voet en moeten voorafgaand aan het gebruik gemonteerd worden.
De methode van aansluiting op de fitting wordt overgelaten aan het oordeel van de prothesist. Het is volledig het door de clinicus
gekozen fittingontwerp dat bepaalt hoe de EVAQ8 wordt aangesloten. Er kunnen een groot aantal fabricagemethoden en
materialen worden gebruikt. Een fitting moet worden vervaardigd van materialen die vacuüm houden en een aansluitpunt voor
de EVAQ8 pomp bieden.
Dit kan worden gedaan met behulp van een speciaal ontworpen bevestigingsplaat voor fitting voor vacuüm ondersteunde
•
ophanging.
Er kan een gat worden geboord en getapt in het distale einde van de fitting om een 90-graden slangtule te bevestigen.
•
De slangtule die bij de kit wordt geleverd is een 10-32 UNF draad.
Er kan een gat geboord en getapt worden voor een uitstootventiel dat ontworpen is voor gebruik met vacuüm
•
ondersteunde systemen.
Alle 3 systemen moeten worden gecontroleerd op lekken wanneer ze klaar zijn.
•
Om het vacuümsysteem op de fitting te bevestigen:
zoek de vacuümslang die uit de voetovertrek en sok komt. De slang moet worden aangesloten op het inline-filter, dat is
•
aangesloten op een 90 graden gebogen slang, die is aangesloten op de rechte koppeling van het klephuisgeheel.
Leg de vacuümslang naar de mediale kant van de kegel of wikkel de slang rond de kegel (om schade aan of het scheuren
•
van de slang tijdens het stappen te voorkomen).
Bevestig de slang aan de kegel door middel van de meegeleverde klittenband of geschikte tape.
•
Snijd de slang tot de gewenste lengte en verbind deze met de koppeling op de fitting.
•
10.
AANPASSINGEN
De hielstijfheid bij belasting van de voet kan worden aangepast met behulp van de verstevigingselementen. De elementen kunnen
tijdelijk worden bevestigd met behulp van de vooraf aangebrachte lijm op de plaats die is aangegeven in de onderstaande tabel.
Op de aanbevolen locatie zal de hiel met ongeveer 1 categorie worden verstijfd. Verplaats de elementen indien nodig naar voren
(stijver) of naar achteren (zachter) om de gewenste stijfheid te verkrijgen. Voor permanente plaatsing reinigt u de vooraf
aangebrachte lijm met aceton en hecht u elementen met cyanoacrylaatlijm. (Geldt niet voor model EVAQ8)
Afstand vanaf de
Voetmaat
achterkant van de zool
(A)
22-25 cm
26-28 cm
29-31 cm
11.
PROBLEMEN OPLOSSEN
PROBLEEM
• Voet te snel vlak op de grond
Hiel te zacht
• Teen voelt extreem stijf aan
• Hyperextensie van de knie
• Snelle knieflexie, instabiliteit
Hiel te hard
• Afwikkeling van hiel naar teen te snel
• Gebrekkig gevoel van energieteruggave
(B)
29 mm
35 mm
48 mm
SYMPTOOM
GEBRUIKSINSTRUCTIES
• Schuif de koker naar voren ten opzichte van de
• Bevestig verstevigingselementen. Zie deel 10
• Schuif de koker naar achteren ten opzichte van
• Controleer de juiste categorie van de
OPLOSSING
voet
hierboven voor meer informatie over de
installatie
de voet
voetmodule
Pagina 3 van 6
IFU-01-036