● Omvat het bovenstuk duwstang (1) met
een hand bij de greep (2) en houd het
vast.
● Trek met de andere hand de
spanhendel (3) naar achter en houd
deze vast.
● Het bovenstuk duwstang (1) in de
gewenste positie zetten.
● Spanhendel (3) naar voor drukken en
erop letten dat het bovenstuk duwstang
weer volledig inklikt en vast zit.
● Zo nodig transportonderstel inklappen.
(
11.4)
11.3 Zijwaartse verstelling
duwstang
De duwstang kan zijwaarts in
3 standen worden vastgezet.
● Transportonderstel uitklappen.
(
11.4)
● Bovenstuk duwstang met een hand bij
een handgreep vasthouden.
● Spanhendel (1) met de hand omhoog
trekken.
● Duwstang in de gewenste positie
zetten. Let er hierbij op dat de klemnok
(2) boven een van de klikgaten (3)
staat.
● Spanhendel (1) met de hand naar voor
drukken en duwstang vastklemmen.
● Controleren of de duwstang stevig vast
zit.
● Zo nodig transportonderstel inklappen.
(
11.4)
94
11.4 Transportonderstel uit- en
inklappen
Met behulp van het
transportonderstel kan de motorhak door
duwen of trekken worden getransporteerd.
Kans op letsel!
Als het transportonderstel in de
werkstand staat (omhoog geklapt)
en de ontgrendelingshendel wordt
ingedrukt, kan het
transportonderstel vanzelf in de
transportstand vallen.
Transportonderstel uitklappen –
transportstand:
● transportonderstel (1) met één hand
iets optillen en vasthouden.
24
● Ontgrendelingshendel (2) indrukken.
● Transportonderstel (1) tot aan de
aanslag omlaag klappen en
ontgrendelingshendel (2) loslaten. Het
transportonderstel klikt vast en zit vast.
Transportonderstel inklappen –
werkstand:
● Transportonderstel (1) met één hand
vasthouden en onlasten door het iets
op te tillen.
● Ontgrendelingshendel (2) indrukken en
transportonderstel omhoog klappen.
● Ontgrendelingshendel (2) loslaten en
transportonderstel tot aan de aanslag
omhoog klappen. Het
transportonderstel klikt vast en zit vast
in de werkstand.
11.5 Remsteun instellen
25
Met de remsteun kan tijdens de
bodembewerking de weerstand, en
zo de snelheid vooruit worden geregeld.
De remsteun kan voor een betere regeling
in 3 standen worden ingesteld.
Remsteun verstellen:
● transportonderstel in transportstand
uitklappen. (
Op stabiele en veilige stand van het
apparaat letten.
● Druk de ontgrendelpen (1) in en houd
deze ingedrukt.
● De remsteun (2) in de gewenste stand
zetten.
● Laat de ontgrendelpen (1) los en
controleer of de remsteun vastklikt.
11.6 Verbrandingsmotor starten
● Zet de hendel van de gasregeling
in startstand. (
● Pak de greep van de startkabel (1) met
één hand stevig vast en houd deze
vast.
● Trek de startkabel (1) langzaam tot aan
de compressieweerstand uit. Trek
vervolgens krachtig, snel en in één ruk
tot armlengte verder. Leid de
startkabel (1) weer langzaam terug,
opdat deze weer correct wordt
opgerold.
Voer deze actie opnieuw uit tot de
verbrandingsmotor aanslaat.
26
11.4)
27
8.1)
0478 403 9906 A - NL