● hendel gasregeling (1) tot aan de
aanslag naar achter trekken.
● De verbrandingsmotor kan worden
gestart. (
11.6)
Stop-positie:
● hendel gasregeling (1) tot aan
de aanslag naar voor (op
klikstand letten) schuiven.
● De verbrandingsmotor stopt na enkele
seconden.
Toerentalregeling:
● hendel gasregeling (1) bij draaiende
verbrandingsmotor verschuiven.
Motortoerental:
snel
Langzaam
8.2 Hendel wielaandrijving
Door het bedienen van de hendel
wielaandrijving (1, 3) wordt bij
draaiende verbrandingsmotor de
aandrijving aan- of afgekoppeld – de
aandrijfas begint te draaien of wordt
gestopt.
Met de zwarte hendel wielaandrijving
(vooruit) (1) zet de motorhak zich, bij
bodemcontact en bij gemonteerde
stervormige hakmessen, vooruit in
beweging.
Met de rode hendel wielaandrijving
(achteruit) (3) zet de motorhak zich, bij
bodemcontact en bij gemonteerde
stervormige hakmessen, achteruit in
beweging.
92
De hendel wielaandrijving is uit
veiligheidsoverwegingen mechanisch
geblokkeerd tegen onbedoeld
inschakelen. (
9.1)
Verder kan bij de modellen MH 445 R,
MH 560, MH 585, MH 685 door een
mechanische veiligheid maar één hendel
wielaandrijving ingedrukt worden, hetzij de
hendel rijaandrijving (vooruit) of de hendel
wielaandrijving (achteruit).
Vermijd schade aan het apparaat!
Bedien de hendel wielaandrijving
snel en krachtig, laat deze niet in
half ingedrukte positie staan –
vermijd sterke slijtage aan de V-
riem.
Hendel wielaandrijving (vooruit)
activeren:
● 1 Druk de
ontgrendelingshendel (2) tot aan de
aanslag naar de hendel wielaandrijving
(vooruit) (1) en houd deze vast.
● 2 Druk de hendel wielaandrijving
(vooruit) (1) krachtig tot aan de aanslag
en houd deze vast.
18
● Laat de ontgrendelingshendel (2) los.
19
De aandrijving is ingeschakeld en de
aandrijfas draait.
● 3 Transmissie loskoppelen:
Laat de hendel wielaandrijving
(vooruit) (1) los.
Hendel wielaandrijving
(achteruit) activeren (MH 445 R,
MH 560, MH 585, MH 685):
● 1 Druk de ontgrendelingshendel (4)
tot aan de aanslag naar de hendel
wielaandrijving (achteruit) (3) en houd
deze vast.
● 2 Druk de hendel wielaandrijving
(achteruit) (3) krachtig tot aan de
aanslag en houd deze vast.
● Laat de ontgrendelingshendel (4) los.
De aandrijving is ingeschakeld en de
aandrijfas draait.
● 3 Transmissie loskoppelen:
Laat de hendel wielaandrijving
(achteruit) (3) los.
9. Veiligheidsvoorzieningen
Voor een veilige bediening en ter
voorkoming van ondeskundig gebruik is
het apparaat met meerdere
veiligheidsvoorzieningen uitgevoerd.
18
Kans op letsel!
De veiligheidsinrichtingen mogen
niet worden weggenomen,
overbrugd, gewijzigd of
beschadigd. Bij een dergelijk defect
aan een van de
veiligheidsvoorzieningen mag het
apparaat niet in bedrijf worden
genomen. Neem contact op met
een vakhandelaar. STIHL beveelt
de STIHL vakhandelaar aan.
9.1 Vergrendeling hendel
wielaandrijving
De hendel wielaandrijving is uit
veiligheidsoverwegingen mechanisch
19
geblokkeerd zodat onbedoelde bediening
voorkomen wordt.
Voor het activeren van een hendel
wielaandrijving moet eerst de betreffende
ontgrendelingshendel worden ingedrukt.
(
8.2)
0478 403 9906 A - NL