nl
[%]
[m]
[1/min]
Δp max
n max
100
Δp min
n min
0
off
0
0
0
1,0 1,5
4,0
2
2,8 3,2
5,2
0 2,0 3,0
8,0
4 5,6 6,4
10,4
Fig. 12: Gedrag van de in- en uitgangen
6.4.3
Bedrijf bij onderbreking van de
communicatie
264
•
Pomp 2 wordt met een minimumtoerental ingeschakeld en loopt kort daarna tot aan de
gewenste waarde (grijze lijn)
•
Pomp 1 wordt uitgeschakeld
•
Pomp 2 draait verder tot de volgende pompwisseling
Gedrag van de in- en uitgangen
Ingang actuele waarde In1, ingang gewenste waarde In2.
•
Op de hoofdpomp: Werkt voor het gehele aggregaat.
"Extern off"
•
Op de hoofdpomp (menu <5.1.7.0>): Werkt afhankelijk van de instelling in het menu
<5.1.7.0> alleen op de hoofdpomp of op de hoofd- en partnerpomp.
•
Op de partnerpomp ingesteld: Werkt alleen op de partnerpomp.
10
[V]
10
20
[mA]
20
Storings-/bedrijfsmeldingen
Enkel- (ESM) of verzamelstoringsmelding (SBM):
Voor een centrale besturingsplaats kan een verzamelstoringsmelding (SSM) op de hoofd-
pomp worden aangesloten. Daarbij mag het contact alleen op de hoofdpomp worden toege-
wezen. De weergave geldt voor het gehele aggregaat.
Voor de enkelstoringsmelding moet het contact op iedere pomp worden toegewezen.
Op de hoofdpomp (of via de IR-stick) kan deze melding als enkel- (ESM) of verzamelsto-
ringsmelding (SSM) in het menu <5.1.5.0> worden geprogrammeerd.
De functies – "Stand-by", "Bedrijf" en "Net-aan" – van EBM/SBM kunnen in het menu
<5.7.6.0> op de hoofdpomp worden ingesteld.
Bedieningsmogelijkheden op de partnerpomp
Op de partnerpomp zijn behalve "Extern off" en "Pomp blokkeren/vrijgeven" geen andere in-
stellingen mogelijk.
Bij een onderbreking van de communicatie tussen twee pompen bij dubbelpompbedrijf ge-
ven beide displays de foutcode 'E052' aan. Gedurende de onderbreking gedragen beide
pompen zich als enkelpompen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoTwin-DL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2024-02
LET OP
Bij het regelbedrijf moet rekening worden gehouden met een iets hogere
doorstroming. De pompwisseling hangt af van de acceleratietijd en duurt
over het algemeen 2 s. In het regelbedrijf kan de opvoerhoogte lichtjes
schommelen. Pomp 1 past zich hoe dan ook aan de gewijzigde voorwaar-
den aan. De pompwisseling hangt af van de acceleratietijd en duurt over
het algemeen 4 s.
LET OP
"Stand-by" betekent: De pomp kan draaien, er is geen fout opgetreden.
"Bedrijf" betekent: Motor draait.
"Net-aan" betekent: Netspanning is aanwezig.
LET OP
Als voor EBM/SBM de functie "Bedrijf" is gekozen, wordt door iedere uitge-
voerde pomp-kick gedurende enkele seconden een melding geactiveerd.
LET OP
Als bij dubbelpompbedrijf een enkele motor spanningsvrij wordt gescha-
keld, is het geïntegreerde dubbelpompmanagement zonder functie.