Wilo CronoLine-IL-E Notice De Montage Et De Mise En Service page 261

Fig. 4: Weergave Atmos GIGA-B
6.2 Elektronicamodule
1,5 – 7,5 kW:
1 2 3 4 5
8 7 6
11 – 22 kW:
1 8
6 4
Fig. 5: Elektronicamodule, overzicht
6.3 Regelingsmodi
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-CronoLine-IL-E, Wilo-CronoTwin-DL-E, Wilo-CronoBloc-BL-E • Ed.01/2024-02
Uitvoering BL-E
Spiraalhuispomp met afmetingen conform DIN EN 733.
Alle pomphuizen zijn voorzien van gegoten pompvoeten. Vanaf motorvermogen ≥ 5,5 kW:
motoren met gegoten resp. vastgeschroefde voeten.
Vanaf een nominaal motorvermogen van ≥ 5,5 kW wordt montage op een funderingssokkel
aanbevolen.
Afhankelijk van de verschildruk en de ingestelde regelingsmodus regelt de elektronicamodu-
le het toerental van de pomp tot een gewenste waarde die binnen het toegestane regelbe-
reik kan worden ingesteld.
De continue aanpassing van het hydraulische vermogen volgt de wisselende vermogensbe-
hoefte van de installatie. Wisselende behoeftes ontstaan met name bij toepassing van ther-
mostaatventielen of mengers.
De belangrijkste voordelen van de elektronische regeling zijn:
• energiebesparing samen met een reductie van de bedrijfskosten
• minder overstroomventielen
• vermindering van stromingsgeluiden
• aanpassing van de pomp aan wisselende bedrijfscondities
1
2
3
4
5
6
5
2
7
3
8
7
De te selecteren regelingsmodi zijn:
LET OP
Voor alle pomptypes/behuizingsformaten van de serie DL-E zijn blindflen-
zen verkrijgbaar (toebehoren). De vervanging van een insteekset bij een
dubbelpomphuis is daardoor gewaarborgd. Een aandrijving kan daarbij ver-
der in bedrijf blijven.
Bevestigingspunten afdekking
Bedieningsknop
Infraroodvenster
Stuurklemmen
Display
DIP-schakelaars
Vermogensklemmen (netklemmen)
Interface voor IF-module
LET OP
Voor informatie over het instellen van de regelingsmodus en de bijbeho-
rende parameters zie hoofdstuk "Bediening" en hoofdstuk "Instelling van
de regelingsmodus".
nl
261