• Verwijder de connectorhuls van het connectoruiteinde van het
handstuk en laat het uitlekken tot er geen zichtbare druppels
meer uit het handstuk en de handstukconnector komen.
4. Smeren
Let op: Deze stap geldt uitsluitend voor hulpstukken. Handstukken
mogen niet worden gesmeerd.
Optie 1: 05.001.078, smeermiddel voor Anspach-systemen, 110 ml
Waarschuwing: Gebruik geen stoomautoclaafsterilisatieproces
met luchtverdringing door zwaartekracht.
• Bij de volgende hulpstukken drukt u één (1) maal op de
spuitpomp om smeermiddel aan te brengen op het proximale
uiteinde van het hulpstuk.
SHORT-G1
SHORT-HD-G1
MEDIUM-G1
MEDIUM-HD-G1
• Bij de volgende hulpstukken drukt u één (1) maal op de
spuitpomp om smeermiddel aan te brengen op het distale
uiteinde van het hulpstuk en één (1) maal voor het proximale
uiteinde van het hulpstuk.
MA-D20-G1
CSR60-G1
• Als er een overmatige hoeveelheid smeermiddel wordt
aangebracht, komt er smeermiddel uit het hulpstuk gedropen.
Neem al het overtollige smeermiddel af.
Optie 2: Niet-siliconenhoudend medisch smeermiddel
• Bereid een smeeroplossing van instrumentenmelk (niet-
siliconenhoudend medisch smeermiddel) volgens de
instructies van de fabrikant.
• Dompel het hulpstuk volledig onder in de smeeroplossing,
bij kamertemperatuur, in een geschikte houder en roer 15
seconden lang.
• Verwijder het hulpstuk en laat het volledig uitlekken tot er
geen zichtbare druppels meer uit komen.
• Breng de hulpstukken weer aan in de mand voor verdere
verwerking.
LONG-G1
LONG-HD-G1
MIA16-G1
CRANI-A-G1
QD8-G1
QD11-G1
CRANI-L-G1
CRANI-P-G1
MA-10S
MA-10C
QD8-S-G1
QD11-S-G1
MA-15S
MA-15C
MA-15ST
MA-19ST
QD14-G1
QD14-S-G1
157