Pas op!
Beschadiging van het apparaat –
– Dek de beenslede af met tissuepa-
pier, als u de ARTROMOT®-SP direct
postoperatief gebruikt. Zo voorkomt
u eventuele kleurveranderingen.
– Trek voor het verstellen van de hoek
en/of de hoogte van de slede altijd de
bewegingsbeugel voor dorsaalflexie /
plantairflexie een beetje omhoog.
Pas op!
Gevaar voor de patiënt –
– Let erop dat de draaihoeken van de
bewegingslede en het enkelgewricht
zowel in het verticale als horizontale
vlak overeenstemmen (a eelding F).
– Trek voor het verstellen van de hoek
en/of de hoogte van de slede altijd de
bewegingsbeugel voor dorsaalflexie /
plantairflexie een beetje omhoog.
. Het instellen van de behandelwaarden
Waarschuwing!
Gevaar voor de patiënt –
Voor begonnen wordt met een behan-
deling dient u het apparaat te laten
proefdraaien waarbij u het apparaat
meerdere bewegingscycli zonder pati-
ent laat doorlopen. Laat het apparaat
daarna proefdraaien met de patiënt
en let er op dat de bewegingen pijnvrij
plaatsvinden.
Aanwijzing!
Zie ook 2.2 en 2.3, evenals bladzijde V!
. Algemene aanwijzingen
voor het programmeren
van de ARTROMOT®-SP
1. Door kort de knop MENU op uw af-
standsbediening in te drukken kunt u in
de programmeermodus wisselen.
2. De afzonderlijke behandelparameters en
-functies zijn in vier (Standaardversie)
resp. zes (Comfortversie) verschillende
programmeerniveaus verdeeld (4 per
niveau).
Voor het programmeren van een
parameter moet u het van toepassing
zijnde programmeerniveau oproepen.
Dat gebeurt ook met de knop MENU.
Met elke druk op de knop wisselt u naar
het volgende niveau. Welk program-
meerniveau u opgeroepen heeft, wordt
in het midden van de display met M1, M2
enzovoort getoond.
3. De betre ende behandelparameter
resp. -functie roept u met een van de
4 parameterknoppen onder de display
op. Welke parameters resp. functies ver-
bonden zijn aan de 4 parameterknopen,
wordt door de symbolen op de knoppen
aangegeven.
Zodra u een parameter door te drukken
op de van toepassing zijnde parameter-
knop kiest,
– wordt het bijpassende symbool groot
op de display getoond
– wordt de actueel ingestelde waarde
getoond
– wordt het symbool op de parame-
terknop in diapositief op de display
afgebeeld.
4. Met de knoppen + / - verandert u de
waarde (als u de knop ingedrukt houdt
loopt de waarde snel door).
Sommige functies resp. bijzondere
functies kunnen alleen geactiveerd of
gedeactiveerd worden. Dit gebeurt of
door opnieuw op de van toepassing
zijnde parameterknop te drukken of
met de knoppen + / -. Als de parameter
geactiveerd is, verschijnt er een haakje
in een cirkel naast het symbool.
5. Als u alle parameters geprogrammeerd
heeft, slaat u de waarden op met de
knop STOP.
6. Druk hierna op de knop START:
ARTROMOT®-SP controleert de
ingestelde waarden, gaat naar de mid-
denpositie van deze waarden en stopt.
7. Druk nogmaals op de knop START om
met de behandeling te beginnen.
De slede gaat hierna in synchroonmo-
dus vanuit de middenpositie eerst naar
de maximale eversiewaarde. Dan gaat
de slede naar de maximale inversie-
waarde en tegelijkertijd naar de maxi-
male waarde voor de plantairflexie en
aansluitend naar de maximale waarde
voor de dorsaalflexie en de midden-
waarde tussen inversie en eversie. Na
het bereiken van deze positie begint de
bewegingscyclus weer opnieuw naar de
maximale eversiewaarde samen met de
middenwaarde tussen dorsaalflexie en
plantairflexie.
In de asynchroonmodus begint onmid-
dellijk na het inschakelen van de knop
START een variabel verloop van beide
motoren, waarbij iedere motor telkens
na het bereiken van de maximaalwaarde
de bewegingsrichting omkeert.