1
Grootbedrijf
Informatie over het voorbeeld
Het voorbeeld van dit locomotiefmodel behoort tot de familie van de een-
heidslocomotieven. Achter deze projecten uit de twintiger jaren stond de
opdracht van de DRG om een locomotieffamilie te ontwikkelen met zoveel
mogelijk dezelfde onderdelen. Dit zou de kosten van fabricage en onderhoud
sterk kunnen beperken. Dit was namelijk een belangrijk punt van de proble-
men bij de DRG, want het locomotievenpark bestond uit een samenraapsel
van diverse makelij en herkomst. Hierbij kwam nog als extra bezwarende
omstandigheid dat, zelfs modellen van dezelfde bouwserie onderling sterk
verschilden. Een goed voorbeeld hiervan is de legendarische tenderloco-
motief van de serie T3. Onder deze serie waren in werkelijkheid locs van
verschillende afkomst samengevat. Een rationeel onderhoud van het loco-
motievenpark was hierdoor zeer arbeidsintensief en kostbaar.
Uitgeleverd werd de serie 01 vanaf 1926. Deze elegante nieuwe constructie
moest zich staande weten te houden naast de gelijktijdig ontwikkelde serie 02,
die zich hoofdzakelijk door een viercilinderaandrijving van de tweelingaan-
drijving van de 01 onderscheidde. Winnaar bleef de uitstekend presterende
maar ook onderhoudstechnisch eenvoudiger serie 01. De modellen van de
serie 02 werden later eveneens omgebouwd met de aandrijving van de bouw-
serie 01 en ondergebracht in de nummerreeks van de serie 01. De serie 01
ontwikkelde zich al snel als één van de meest geliefde locomotieven van de
DRG. In meerdere bouwfasen, die telkens verder doorontwikkeld werden,
8
ontstonden tot 1938 240 exemplaren (inclusief de omgebouwde versie van
de 02) van deze locomotiefconstructies. De laatste exemplaren van deze
stoomdinosauriërs werden bij de Deutschen Bundesbahn tot in de zeventiger
jaren gebruikt. Bij de Deutschen Reichsbahn eindigde de dienst nog tien jaar
later. Maar tot op heden zijn gelukkig enkele modellen van deze serie gered
van de snijbrander en zijn in musea te bezichtigen of te bewonderen voor
speciale treinen en ritten.
De locomotieven tot bedrijfsnummer 01 101 kenmerkten zich door de 850 mm
grote voorloopwielen. Deze modellen waren ontwikkeld voor een maximum-
snelheid van 120 k/h. De drijf- en koppelwielen hebben een doorsnede van
2000mm. Het vermogen van de machine bedroeg in de destijds gebruikelijke
eenheid 2240 pk (komt overeen met ca. 1650 kW).