d) Achteras
• De schokdempers kunnen aan de bovenste (A) en de onderste (B) opnamepunten op verschillende plaatsen wor-
den gemonteerd.
• De schokdemper zelf kan door het tussenvoegen van clips in de demping worden versteld (C) resp. de veerweg kan
worden begrensd.
• De wielvlucht kan worden veranderd door de bovenste draagarm met behulp van een draadstang met opening (D)
te verstellen.
Naast de bovenstaande instelmogelijkheden kunnen bijv. andere schokdempers resp. veren worden
gebruikt, evenals demperoliën waarvan de verschillende viscositeit het veergedrag beïnvloedt.
144
A
C
B
D