b) Achteras
B
B
C
C
D
A
De achterste schokdempers van het voertuig kunnen zowel aan de onderzijde (A) als aan de bovenzijde (B) in
verschillende standen worden gemonteerd. Voor de begrenzing van de veerweg van de schokdempers kan een
kartelwiel (C) verdraaid worden.
De wielvlucht kan met een zeskantschroef (D) versteld worden. Door de linkse/rechtse draad moet de wieldraagarm
daartoe niet uitgebouwd worden.
75