• Neem geen risico bij het gebruik van het model. Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk van uw
verantwoord gebruik van het model.
• Laat de afstandsbediening (zender) steeds ingeschakeld zolang het model in gebruik is. Om het voertuig af te
zetten, moet u steeds eerst het voertuig uitschakelen en de accupack van de rijregelaar/ontvanger loskoppelen. Pas
daarna mag de afstandsbediening uitgeschakeld worden.
• Controleer vóór het gebruik en terwijl het model stilstaat of het zoals verwacht op de commando´s van de
afstandsbediening reageert.
• Bij zwakke batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening zal de reikwijdte verminderen. Als de rijaccu zwak wordt,
zal het voertuig langzamer worden of niet meer correct op de afstandsbediening reageren.
In zo´n geval moet u het gebruik onmiddellijk stopzetten. Vervang daarna de batterijen/accu's in de zender door
nieuwe resp. laad de accu's terug op van het model en de afstandsbediening.
• Zowel de motor en de aandrijving als de rijregelaar en de accupack van het voertuig worden warm tijdens het
gebruik. Houd voor elke vervanging resp. oplading van de accu een pauze van minstens 5-10 minuten.
Raak de motor, de rijregelaar en de accu niet aan tot deze afgekoeld zijn. Verbrandingsgevaar!
121