All manuals and user guides at all-guides.com
b) Achteras
B
• De schokdempers kunnen aan de bovenste (A) en de onderste (B) opnamepunten op verschillende plaatsen wor-
den gemonteerd.
• De schokdemper zelf kan door het verstellen van de kartelmoer (C) in de demping worden versteld resp. de veerweg
kan worden begrensd.
• De wielvlucht kan worden veranderd door de bovenste draagarm met behulp van een draadstang (D) te verstellen.
Ook andere koppelingspunten kunnen voor de wieldraagarm worden gebruikt (E).
• Met een stifttap (F) in de onderste wieldraagarm kan de veerweg worden begrensd.
Naast de bovenstaande instelmogelijkheden kunnen bijv. andere schokdempers resp. veren worden
gebruikt, evenals demperoliën waarvan de verschillende viscositeit het veergedrag beïnvloedt.
80
A
C
E
Afb. 5
D
F