nederlands
Afb. 10:
Aansluitklemmen meer dan 11 kW
5.5 Signaalrelais
Pompen van 0,37 – 7,5 kW hebben één signaalrelais.
De fabrieksinstelling van het relais is Storing.
Pompen van 11 – 22 kW hebben twee signaalrelais.
Signaalrelais 1 is fabrieksmating ingesteld op Storing,
en signaalrelais 2 op Gereed.
Veranderingen van het signaalrelais is mogelijk, hiervoor
moet u het configuratieformulier (zie 15) overeenkomstig
uw wensen invullen en bij bestelling meezenden.
Volgende instellingen kunnen geactiveerd worden:
0,37 – 7,5 kW
– Storing
– Gereed
– Bedrijf
5.5.1 Waarschuwing (11 – 22 kW)
Mogelijke oorzaken
– Signaal van opnemer buiten signaalbereik
– Vervang de motorlagers
– Vervang de varistor
Een waarschuwingsmelding verwijnt automatisch
als destoring eenmaal is verholpen.
1: Digitale ingang
9: Aarde (behuizing)
8: +24 V
7: Opnemeringang
B: RS-485B
Y: Afscherming
A: RS-485A
6: Aarde (behuizing)
5: +10 V
4: Ing. gew. waarde
3: Aarde (behuizing)
2: Aan/uit
11 – 22 kW
– Storing
– Gereed
– Bedrijf
– Waarschuwing
– Opnieuw smeren
5.5.2 Opnieuw smeren (11 – 22 kW)
Zweck und Vorteile
Diese Funktion dient dazu, den Zeitpunkt anzuzeigen,
wann die Motorlager nachgeschmiert oder ausgetauscht
werden müssen. Diese Information ist wichtig für die
Planung von Wartungsmassnahmen.
Die Hauptvorteile sind:
– dass Lager gemäss den Herstellerempfehlungen zur
richtigen Zeit nachgeschmiert werden (siehe Kap. 13)
– die maximale Lebensdauer der Motorlager wird
erreicht
– die Wartungsintervalle werden von der Pumpe selbst
festgelegt
– keine abgenutzten oder beschädigten Lager und
infolgedessen keine kostspieligen Stillstandzeiten dank
übersichtlicer Wartung
Allgemeine Beschreibung
Wenn durch die Funktion Motorlagerüberwachnung
bestimmt wird, dass die Lager nachgeschmiert werden
müssen, erhält der Anwender eine Warnung über die
R100, das PC-Tool E-Produkt, den Bus oder das Relais.
Wenn die Lager eine bestimmte Anzahl nachgeschmiert
wurden, informiert die Warnfunktion den Anwender
darüber, dass die Lager ausgetauscht werden müssen.
Die Anzahl der Nachschmiervorgänge vor einem Aus-
tausch der Lager wird vom Hersteller festgelegt.
Technische Beschreibung
Die Berechnung der Nachschmierintervalle basiert auf
den Motorumdrehungen. Dies ist eine Standardfunktion
des 11-22 kW-Basisreglers. Es ist kein spezielle Funktions-
modul erforderlich.
5.6 Noodbediening (alleen 11 – 22 kW)
Waarschuwing
Maak geen aansluitingen in de klemmen-
kast van de pomp tenzij alle voedings-
spanning al tenminste 5 minuten is
uitgeschakeld.
Houd er bijvoorbeeld rekening mee dat
het signaalrelais op een externe voeding
aangesloten kan zijn en dat deze nog
steeds onder spanning kan staan ondanks
dat de netspanning is uitgeschakeld.
Als de pomp gestopt is en niet herstart nadat u de
standaard oplossingen hebt doorlopen, zou de reden een
kapotte frequentie-omvormer kunnen zijn. Als dit het
geval is, is het mogelijk om de noodbediening van de
pomp in te schakelen.
Maar voordat u op de noodbediening overschakelt,
raden wij u aan de volgende punten te controleren:
– Zorg dat de voedingsspanning correct is
– Zorg dat de regelingsignalen werken
(start/stop signalen)
– controleer of alle storingen gereset zijn
– doe een weerstandstest op de motorwikkelingen
(koppel de motorgeleiders los van de klemmenkast).
Als de pomp nog steeds niet start, is de frequentie-
omvormer defect.
61