nederlands
5.2 Elektrische aansluiting
3-fase pompen tot 7,5 kW
De gebruiker of de installateur is
Pas op
verantwoordelijk voor het correct
aansluiten van de aarding
en de beveiliging overeenkomstig
de nationale en lokale regel geving.
Alle aansluitwerkzaamheden dienen
door gekwalificeerde elektromonteurs
te worden uitgevoerd.
Maak geen aansluitingen in de klemmen-
kast, tenzij de voedingsspanning naar
de pomp tenminste gedurende 5 minuten
is uitgeschakeld.
5.2.1 Werkschakelaar
De pomp dient via een werkschakelaar aangesloten te
worden waarvan de contactafstand minimaal 3 mm
bedraagt overeenkomstig IEC 364 en waarbij alle polen,
behalve de aardgeleider, worden geschakeld.
5.2.2 Bescherming tegen aanrakingsgevaar –
indirecte aanraking
De pomp moet worden geaard en
beveiligd zijn tegen indirecte aanraking
overeenkomstig de nationale regelgeving.
De geleiders voor de beschermingsaarde dienen
geel/groen (PE) of geel/groen/blauw (PEN) gekleurd
te zijn.
Omdat de 4 kW tot 7,5 kW motoren
Pas op
een aardlekstroom hebben welke hoger
is dan 3,5 mA, dienen deze motoren
op een speciale betrouwbare/zware aarde
te worden aangesloten.
Zie voor de aardlekstroom van de verschillende
motoren onderstaande tabel.
Aardlekstroom
Motorgrootte
[kW]
1,0 tot 3,0
4,0 tot 5,5
7,5
De aardlekstroom is gemeten volgens EN 60 355-1.
De pomp dient als een vaste opstelling te zijn geïnstal-
leerd.
Voorts, dient de pomp permanent op de elektrische
voeding te zijn aangesloten.
– De beschermingsaarde dient met dubbele geleiders
uitgevoerd te worden.
5.2.3 Aanvullende beveiliging
Indien de pomp op een elektrische installatie aange-
sloten is waarbij een aanvullende beveiliging in de vorm
van een aardlekschakelaar is toegepast, dan dient dit
een type te zijn:
– welke korte pulsvormige lekstromen, veroorzaakt
door inschakelen, verdraagt.
– welke uitschakelt indien AC foutstromen of fout-
stromen met DC component, d.w.z. pulserende DC of
DC foutstromen, voorkomen.
Voor deze pompen dient een type B aardlekschakelaar te
worden toegepast.
Deze aardlekschakelaar dient van de volgende symbolen
te zijn voorzien:
58
Aardlekstroom
[mA]
< 3,5
< 5
< 10
Indien een aardlekschakelaar wordt
Opmerking
geselecteerd, dan dient er bij de selectie
rekening te worden gehouden met
het totaal aan lekstromen van alle
aangesloten apparatuur.
5.2.4 Motorbeveiliging
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig.
De motor is voorzien van een thermische beveiliging
tegen langzaam toenemende overbelasting en blokkering
(IEC 34-11: TP 211).
5.2.5 Overspanningsbeveiliging
De pomp is d.m.v. varistors, tussen de fasen en tussen de
fasen en aarde, tegen overspanning beveiligd.
5.2.6 Voedingsspanning
3 × 400 V, 50 Hz, PE.
Aanbevolen zekeringen
Zie «12. Technische gegevens»
De voedingsspanning en frequentie staan op de
typeplaat van de pomp vermeld. Overtuig u ervan dat de
motor geschikt is voor de voedingsspanning waarop
deze wordt toegepast.
De aansluitdraden in de klemkast van de pomp dienen
zo kort mogelijk te worden gehouden. Uitgezonderd
de aardedraad, deze dient zo lang te zijn dat deze als
laatste de verbinding verbreekt wanneer de kabel door
onachtzaamheid uit de kabeldoorvoerwartel wordt
getrokken.
Afb. 5. geeft het voorbeeld van een aan het net aan-
gesloten pomp met netschakelaar, zekering en extra
beveiliging.
L1
ELCB
L2
L3
PE
Afb. 5:
De aansluiting is op afb. 6 weergegeven.
Afb. 6:
Netaansluitingen
L1
L2
L3
Pomp
PE
L3
L2
L1