Voorgefabriceerde hoogspanningsleiding (12) van
het regelapparaat komend met een punttang op de
aansluitklem (15) van de hoogspanningsdraad „E2"
steken.
Hoogspanningsdraad „C" in de auto inbouwen
F 36 82 1277 R
Hoogspanningsdraad „C" van achter naar voren
over het aslichaam en de stuurtransmissie (7)
leggen.
Bevestigingsclip (1) met afstandhouder (2) en
zeskantschroef 5,5x18 mm (3) op platijzer 28 (4)
voormonteren. Platijzer 28 (4) in het linker draadgat
M6 op de stuurtransmissie (7) voor met
zeskantschroef M6x30 mm (5) en afstandbus 20
mm (6) schroeven, uitlijnen en vastdraaien.
Bevestigingsclip (1) met afstandhouder (2) en
zeskantschroef 5,5x18 mm (3) op platijzer 29 (9)
voormonteren. Platijzer 29 (9) op de linker
bevestigingsbeugel (8) voor met zeskantstopmoer
M8 (11) schroeven, uitlijnen en vastdraaien.
Hoogspanningsdraad „C" in de bevestigingsclips (1)
steken en uitlijnen.
Voorgefabriceerde hoogspanningsleiding (10) van
het regelapparaat komend met een punttang op de
aansluitklem (12) van de hoogspanningsdraad „C"
steken.
Hoogspanningsdraad „F" in de auto inbouwen
F 36 82 1208 R
Bevestigingsclips (1) met afstandhouders (2)
en zeskantschroeven 5,5x18 mm (3) op de
hoeken 3 (4), 5 (9) en 5 (6) voormonteren.
Hoek 5 (9) samen met de klem 31 (8), de zeskant-
schroef M5x12 mm en de zeskantmoer M5 op het
verstijvingskruis (5) schroeven, uitlijnen en
vastdraaien.
Hoek 3 (4) met de zeskantschroef M5x12 mm en
de zeskantmoer M5 op het verstijvingskruis (5)
schroeven, uitlijnen en vastdraaien. Hoek 5 (6) met
de plaatmoer op de grove schroefbout (7) van de
rechter motordrager schroeven.
Hoogspanningsdraad „F" in de drie
bevestigingsclips (1) steken en uitlijnen.
Voorgefabriceerde verbindingsleiding
hoogspanning (11) op de aansluitklem (12) van de
hoogspanningsdraad „F" steken.
Verbindingsleiding hoogspanning (11) met
bundelband op de hoek 5 (6) fixeren.
F 36 82 1282 R
Verbindingsleiding hoogspanning (1) van de
hoogspanningsdraad „F" komend met een
punttang op aansluitklem (2) van
hoogspanningsdraad „E2" steken.
Verbindingsleiding hoogspanning (1) met
bundelband (3) op het bevestigingspunt van het
aslichaam (4) fixeren.
Hoogspanningsdraad „G" in de auto inbouwen
F 36 82 1284 R
Bevestigingsclip (1) met afstandhouder (2) en
zeskantschroef 5,5x18 mm (3) op hoek 16 (6)
56
voormonteren.
Hoek 16 (6) met de plaatmoer op de grove
schroefbout (4) van de linker motordrager
schroeven, uitlijnen en vastdraaien.
F 36 82 1283 R
Bevestigingsclips (1) met afstandhouders (2)
en zeskantschroeven 5,5x18 mm (3) op de
hoeken 13 (6) en 16 (4) voormonteren.
Hoek 13 (6) samen met klem 34 (5) met de
zeskantschroef M5x12 mm (8) en de zeskantmoer
M5 op het verstijvingskruis (7) schroeven, uitlijnen
en vastdraaien.
Hoek 16 (4) op het verstijvingskruis (7) schroeven,
uitlijnen en vastdraaien.
Hoogspanningsdraad „G" in de drie
bevestigingsclips (1) steken en uitlijnen.
Voorgefabriceerde verbindingsleiding
hoogspanning (10) met een punttang op de
aansluitklem (12) steken en via de voorasdrager
naar de hoogspanningsdraad „E2" monteren.
F 36 82 1286 R
Voorgefabriceerde verbindingsleiding
hoogspanning (1) van hoogspanningsdraad „G"
komend met een punttang op aansluiting (2) van
de hoogspanningsdraad „E2" steken.
Verbindingsleiding hoogspanning (1) in het voorste
gedeelte van het bevestigingspunt van het
vooraslichaam (4) met bundelband (3) fixeren.
14. Alleen auto's met M52/S50-
motor
14.1. Overzicht van de afzonderlijke draden
met snijpunten
Hoogspanningsdraad „D1"
F 36 82 1221 R
Draad afsnijden bij:
oranje
Alle auto's
6
wit
Alle auto's
2
Hoogspanningsdraad „B"
F 36 82 1222 R
Draad wordt niet afgesneden.
Hoogspanningsdraad „B.A"
F 36 82 1224 R
Draad wordt niet afgesneden.
Hoogspanningsdraad „I"
F 36 82 1226 R
Draad wordt niet afgesneden.