afdichtingen voor de afzonderlijke aders (4) steken
en contact (5) opkrimpen. 3-polige stekker (1) uit
elkaar nemen, hiervoor de vergrendelingsneus (7)
optillen, stekkerhuis er naar achteren aftrekken en
vergrendeling (8) wit er naar boven aftillen. Blinde
afdichtstop (6) verwijderen. Aftakking A2
bruin/zwart (3) in pin 2 steken en vastzetten.
3-polige stekker (1) weer in elkaar zetten en op
motorkapcontactschakelaar (2) steken. Leiding
met bundelbanden fixeren.
Alle auto's
F 36 82 1271 R
Zekering 31, 38, 39 en 43 van de zekeringenstrip (3)
voor aftrekken. Bovenste gedeelte van de
zekeringenkast (1) naar boven optillen.
Vergrendeling (2) van de zekeringenstrip (3)
openen en zekeringenstrip er naar beneden
uitdrukken. Arrêteringsstrip (4) uit de
zekeringenstrip (3) trekken.
Leiding violet/wit van zekeringaansluiting 43 (5) en
leiding rood/geel van zekeringaansluiting 31 (6) uit
de zekeringenstrip (3) lospinnen. Platte
veercontacten van de leidingen (5 en 6) afnemen.
Aftakkingen A4 en A5 (9 en 10) dienovereen-
komstig korter maken. Nieuw plat veercontact (8)
op de leiding rood/geel (6) en aftakking A5 rood/
wit (10) opkrimpen. Plat veercontact (8) weer in
zekeringaansluiting 31 steken en vastzetten.
Nieuw plat veercontact (8) op de leiding violet/
wit (5) en aftakking A4 violet/wit (9) opkrimpen. Plat
veercontact (8) weer in de zekeringaansluiting 43
steken en vastzetten. Arrêteringsstrip (4) weer in
de zekeringenhouder (3) steken.
Zekeringenhouder (3) in het bovenste gedeelte van
de zekeringenkast (1) steken en vastzetten.
Zekeringen weer in de zekeringenhouder (3)
steken.
Onmiddelijk na het tot stand brengen van de
aansluitingen van het regelapparaat een
functiecontrole (zoals in hoofdstuk 7 beschreven)
uitvoeren.
Bovenste gedeelte (1) van de zekeringenkast op
het onderste gedeelte (11) vastschroeven (achter
nieuwe Torx schroeven gebruiken).
Auto in omgekeerde volgorde weer in elkaar zetten.
Hoogspanningsleiding A1 van het regelapparaat
komend over de linker veerbeendoorn achter naar
de motordrager monteren.
6. Waarschuwingsplaatje
(zelfklevend) inbouwen
F 36 82 1185 R
Waarschuwingsplaatje (2) op de afdekking van de
auto-onderzijde (1) plakken.
Indien nodig, moet het waarschuwingsplaatje met
4 blindklinknagels (niet in de montageset aanwezig)
worden bevestigd (zie ook aanwijzing op blz. 2).
Alleen auto's zonder afdekking van de auto-
onderzijde
F 36 82 1276 R
Waarschuwingsplaatje (1) op de koelerafdekking (2)
plakken.
Indien nodig, moet het waarschuwingsplaatje met
4 blindklinknagels (niet in de montageset aanwezig)
worden bevestigd (zie ook aanwijzing op blz. 2).
Alternatieve plaats van montage
Als alternatieve plaats van montage kan het
koelerframe onder worden gebruikt.
7 . Functiecontrole van
regelapparaat uitvoeren
Onmiddelijk na het tot stand brengen van de
aansluitingen van het regelapparaat een
functiecontrole als volgt uitvoeren:
- accu weer vastklemmen
- contactsleuteltje op „0" draaien
- vonkbaan tussen hoogspanningsleiding en
massasteunpunt in de motorruimte van
ca. 2mm aanleggen
- motorkapcontactschakelaar omlaagdrukken
(ter simulatie van een gesloten motorkap)
Een zichtbare vonk moet op ca. 1-1,5 seconden
afstand naar massa overspringen.
De functie is bij geopende motorkap of bij
contactsleutelstand „R" geïnactiveerd.
Bij functiestoring optische controle van de auto-
zekeringen uitvoeren en aansluitingen met
multimeter controleren.
8. Montageoverzichten van
de hoogspanningsdraden
van alle auto's
Alleen auto's met M43/M44-motor
F 36 82 1272 R
Op deze afbeelding zijn alle
hoogspanningsdraden van de hier beschreven
auto's in ongesneden toestand samengevat
om de ligging en de montageplaatsen weer te
geven. De voor de betreffende auto benodigde
hoogspanningsdraden worden in het totale
overzicht (hoofdstuk 9) aangegeven.
Titel
E2 Hoogspanningsdraad voor
C Hoogspanningsdraad voor/achter
F Hoogspanningsdraad motor rechts (in de buurt
van de Y-buis)
G Hoogspanningsdraad motor links (in de buurt
van de oliecarter links)
1 Geperforeerde plaatstrip (mechanische
indringingsbescherming op de afschermplaat)
51