De Lichaamsvetmeting - Sport-thieme ST 300 Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

Trainingsinstructies en gebruiksaanwijzing

De lichaamsvetmeting

Hoe bereikt men het ideale lichaamstype en verhoogt daarmee zijn gezondheid ?
"Fit" te zijn biedt vele voordelen – gaande van de eenvoudige gewichtscontrole tot het beter
recupereren tijdens de slaap. Mensen die regelmatig trainen – natuurlijk op de juiste manier –
worden minder vaak ziek en het is bewezen dat ze langer leven dan diegenen die een ongezonde
levenswandel prefereren. Vele ziektebeelden zoals bijv. suikerziekte, hart- en vaatziekten en
sommige vormen van kanker kunnen door een goede controle van het lichaamsvetgehalte zelfs
voorkomen worden.
Om voor uw persoonlijke gezondheid het ideale lichaamstype te bereiken geldt dat er in het
bijzonder op het gehalte aan eigen lichaamsvetten gelet dient te worden. In principe is het zo dat
hoe lager het gehalte aan lichaamsvetten is, hoe gezonder en stressbestendiger iemand is en hoe
meer levensvreugde de persoon zal genieten.
Uiteraard is "overdrijven" ook hier mogelijk en uit den boze: een lichaam met een te laag eigen
vetgehalte is evenzeer ongezond (bijv. anorexia nervosa) als een lichaam met een te hoog eigen
vetgehalte.
Als men het eigen lichaamsvetgehalte controleert, dan is het mogelijk om op basis van de
vastgestelde waarde het lichaamsgewicht eenvoudig te verhogen of te verlagen door het innemen
van meer of van minder calorieën (vraag echter eerst advies aan een voedingsdeskundige) en het
trainingsprogramma vervolgens daarop af te stemmen. Het is daartoe wel noodzakelijk dat het
polsslagritme tijdens het trainingsprogramma constant bewaakt wordt.
Om het lichaamsvetgehalte te verminderen moet men er wel met „aërobe trainingsprogramma's"
geoefend worden (d.w.z. trainingsprogramma's met 50 tot 80 % van het maximum polsslagritme).
Trainingsprogramma's die hogere polsslagritmes vergen (zgn. "anaërobe trainingssessies" d.w.z.
'buiten adem zijn") zijn weliswaar conditieverhogend, maar ze dragen weinig meer bij aan de
vetverbranding van het eigen lichaamsvet omdat daarvoor gewoonweg onvoldoende zuurstof
aangevoerd wordt. Als iemand dus „buiten adem" is, dan heeft hij onvoldoende zuurstof ter
beschikking, waardoor de verbranding van het eigen lichaamsvet eveneens onvoldoende is.
Gemiddeld ligt het ideale lichaamseigen vetgehalte bij mannen op maximaal 22 %.
Gemiddeld ligt het ideale lichaamseigen vetgehalte bij vrouwen op maximaal 26 %.
Bio-elektrische impedantieanalyse – erkend door dokter Henry C. Lukaski, Ph. D. bij het Gran
Forks "Human Nutrition Research Center"
De meting van het eigen lichaamsvetgehalte gebeurt doordat een zwakke elektrische stroomimpuls
via de handen door het lichaam stroomt.
Hoe meer vetweefsel er aanwezig is in het stroomimpulstraject, hoe hoger de ervaren impedantie
van de betreffende stroomkring die gemeten wordt zal zijn (de "arbeid" die de elektrische impuls
moet leveren om de interne weerstand van de weefsels te overbruggen).
Hoe hoger deze waarde, hoe hoger het berekende eigen lichaamsvetgehalte is. Dit wordt berekend
met een formule die rekening houdt met de relatie tussen de lichaamsgrootte, het totale
lichaamsgewicht, het geslacht en de fysische structuur van de persoon.
Het verband tussen het hartslagritme en de vetverbranding
Om te kunnen werken heeft het lichaam, zoals bij een motor, ook "brandstof" nodig.
Het cardiovasculaire systeem brengt de zuurstof naar de spieren waar de zuurstof vervolgens de
koolhydraten en vetten "verbrandt", zodat de spieren met energie verzorgd worden.
Bij dit verbrandingsproces kunnen de lichaamsvetten, omwille van hun chemische samenstelling
uitsluitend in energie omgezet worden wanneer er daartoe voldoende zuurstof aanwezig is. M.a.w.
er dient tijdens het trainen of bewegen genoeg zuurstof aanwezig te zijn (aërobe training).
Bij trainingssessies met zuurstofgebrek (anaërobe training = "buiten adem zijn") kan er geen vet
afgebroken worden.
Het trainingsbereik waarbinnen de beste resultaten aangaande het afbouwen van het vetaandeel
gescoord wordt, ligt tussen de 50 en 80 % van de maximum impuls (maximum impuls = 220 –
ouderdom), omdat het lichaam in dit bereik nog over voldoende zuurstofreserves beschikt.
86

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

1240913

Table des Matières