Sport-thieme ST 300 Mode D'emploi page 84

Trainingsinstructies en gebruiksaanwijzing
2. „Programma" -> voorgedefinieerd programma kiezen
Met deze trainingsmodus kunt u op basis van vooraf gedefinieerde programmaprofielen trainen
(berg en dalprofielen). Na het selecteren van deze modus kunt u met behulp van "UP" en
"DOWN" tussen P1 (programma 1) en P12 (programma 12) kiezen (en dan weer de
stapweerstand voor de start).
Ook de bij de programmatraining is het mogelijk om streefwaarden in te voeren. Ook hier
gebruikt u weer „UP" (OP) en „DOWN" (AF) en „MODE" om ev. streefwaarden in te voeren.
U hoeft de streefwaarden niet in te voeren (meteen START/STOP drukken). Wenn Hebt u ze
toch ingevoerd, dan geeft de computer meermaals piepsignalen om aan te geven wanneer u
moet stoppen.
Hebt u geen streefwaarden aangegeven, zal het programma na 0,1 km naar het volgende
segment in het programmaprofiel overgaan. Hebt u geen doeltijd ingevoerd, zal de computer
de totale tijd gedeeld door 16 berekenen en tegelijkertijd van segment naar segment wisselen.
Tijdens de training kunt u met „UP" (OP) en „DOWN" (AF) de segmenten wijzigen en de
moeilijkheidsgraad ook verhogen of verlagen.
Drukt u de "RESET" knop 2 seconden in, worden alle waarden terug naar nul gebracht en kunt
u omschakelen tussen verschillende functiesoorten.
Programmabenamingen (zwaartepunt/ ideaal voor welk trainingsdoel ?):
Programma 1: bergrit (conditie en vetafbraak)
Programma 2: interval (conditie)
Programma 3: heuvellandschap (vetafbraak)
Programma 4: oneffen traject (vetafbraak)
Programma 5: kleine berg (opwarmen en uitbollen)
Programma 6: stijging (conditie/krachtuithouding)
Programma 7: dal met heuvels (conditie)
Programma 8: stijging/afdaling (conditie/vetafbr.)
Programma9: doel op de heuvel (krachtuithouding)
Programma10: stijging en overwinning (conditie)
Programma11: twee toppen (opwarmen)
Programma12: interval 2 (conditie/krachtuith.)
3. „User" -> Gebruikersgedefinieerde instelling / Gebruikersprogramma
Met deze trainingmodus kunt u volgens zelf ingstelde / geprogrammeerde
programmaprofielen trainen (berg- en dalprofielen).
Na het selecteren van de trainingmodus moet u nu uw eigen programmaprofiel instellen. U moet
in het totaal 16 segmenten met de "UP" en "DOWN" en "MODE" door. Tijdens deze procedure
kunt u ook de MODE knop 2 seconden ingedrukt houden om terug te keren naar de normale
modus van de computer. Het "onvoltooide" profiel wordt opgeslagen. In het algemeen wordt het
ingevoerde profiel onder user-ID (U1 U4 ....) opgeslagen en kan later terug worden opgevraagd
en veranderd of in een nieuwe training worden bevestigd.
84
Programma-
nummer