Installatie; Stroomaansluiting; Wateraansluiting - WAGNER PLASTMAX Mode D'emploi

PlastMax
4

INSTALLATIE

De mengpomp op de werkplek vlak opstellen, zodat deze
noch tijdens het werk noch bij de aansluitende reiniging een
obstakel vormt en de slangen zo kort mogelijk gehouden
kunnen worden.
- Het wiel met de rem blokkeren.
- Stel de menger zo op, dat er geen vloeistof (bijv. regen) in de
trechter kan komen.
4.1

STROOMAANSLUITING

Controleer of de toevoerspanning, netfre-
quentie en stroomaansluiting (stopcontact,
zekeringen, kabel) overeenkomen met de
gegevens op de kenplaat.
De toevoerleiding moet tegen overbelastingsstromen (bijvoor-
beeld d.m.v. zekeringen en magneetveiligheidsschakelaars) en
tegen indirecte aanrakingen (bijv. d.m.v. aardlekschakelaars)
beschermd zijn. Om overmatige spanningsdalingen te voorko-
men, moet bij de dimensionering van de toevoerkabel rekening
worden gehouden met de bedrijfsstromen en de lengte van
de leidingen.
LET OP! Alleen verlengkabels met een
doorsnede van 3x2,5 mm² gebruiken. Geen
kabelhaspels gebruiken.
De toevoerkabel moet ontworpen zijn voor frequente bewegin-
gen en moet met een scheurvaste ommanteling zijn uitgerust
(bijv. H07RN-F).
Voor het aansluiten van de menger op het stroomnet moet
gecontroleerd worden of alle veiligheidsmaatregelen correct
gepositioneerd zijn en zich in goede gebruikstoestand bevin-
den. Controleer of de verlengkabel zich in goede toestand
bevindt en of stopcontacten en stekkers droog zijn.
Sluit de toevoerkabel op de stekker op het schakelpaneel van
de menger aan (afb. 7, 1).
De stekker in het stopcontact steken. Het blauwe contro-
lelampje (afb. 7, 2) op het schakelpaneel brandt.
Als het controlelampje niet brandt, is er of geen spanning
aanwezig of een spanning van meer dan 240V.
2
1
4.2

WATERAANSLUITING

Verbind de wateraansluiting (afb. 8, 1) met het waternetwerk.
Het waternet moet een debiet van minimaal
15 l/min en een minimumdruk van 2,5 bar
garanderen.
Als de watertoevoer niet voldoende is, kan ook een ca. 200
liter groot waterreservoir (moet tijdens het bedrijf constant
gevuld zijn) met schoon water worden gebruikt.
Sluit een maximaal 3 m lange slang (minimale diameter 3/4",
bij voorkeur met grondfilter), die tijdens het bedrijf niet ver-
vormt, op de drukverhogingspomp aan (afb. 8, 1).
Belangrijk. Bij de eerste aansluiting op het
waterreservoir en iedere keer nadat de wate-
rinstallatie geleegd werd resp. na een langere
stilstand van de machine, moet de aanzuig-
slang met de hand met water gevuld worden
om de pomp in bedrijf te stellen.
Sluit de slang op het waterreservoir aan.
Zet de Aan/Uit-schakelaar van de pomp (afb. 8, 2) op l, het gro-
ene controlelampje (3) gaat branden.
1
NL
2
3
91