NEDERLANDS
Functies van het elektrisch paneel:
–
AIA:
Elektronische installatie gasmechanisme
–
F3:
Zekeringenkastje (zie het deel Elektrische
beschermingen)
–
F4:
Zekeringenkastje (zie het deel Elektrische
beschermingen)
–
F6:
Zekeringenkastje (zie het deel Elektrische
beschermingen)
–
K1.1: Relais voeding schakelaar bedrijfsverlichting
–
K1.2: Relais bedrijfsverlichting achter
–
K1.3: Relais bedrijfsverlichting aanzuigmond
–
K1.4: Relais bedrijfsverlichting voor
–
K1.5: Relais inschakeling hydraulica
–
K1.6: Relais rijhendel
–
K1.7: Relais ruitenwisser
–
K2:
Relais voor voeding voorzieningen in cabine
–
K3:
Relais verwarming brandstof
–
K4:
Relais inschakeling hydraulisch systeem
–
K41:
Intervalstand ruitenwisser
–
P7:
Elektronische installatie voor bediening
snelkoppeling
–
P8:
Elektronische installatie functies/voorzieningen
–
P10:
Elektronische installatie motor accessoires
–
P11:
Elektronische installatie tractiesysteem
–
X10:
Relais hoofdvoeding cabine
Functies van de stuurbediening:
–
Inschakeling groot licht door de hendel (1, Afb. P) omlaag
te zetten of de schakelaar (17, Afb. E) in de tweede stand
te zetten.
–
Tijdelijke inschakeling van groot licht door de hendel (1,
Afb. P) omhoog te houden.
–
Inschakeling richtingaanwijzer rechts door de hendel (1,
Afb. P) naar voren te zetten.
–
Inschakeling richtingaanwijzer links door de hendel (1, Afb.
P) naar achteren te zetten.
–
Inschakeling geluidssignaal door de knop (6, Afb. P) op het
uiteinde van de hendel (1) in te drukken.
–
Inschakeling ruitensproeier door de knop (2, Afb. P) op de
hendel (1) in te drukken.
–
Activering intervalstand ruitenwisser met de markering (3,
Afb. P) in de stand 'I' (4).
–
Activering ruitenwisser continu met de markering (3, Afb.
P) in de stand 'II' (5).
Functies van het display:
1.
Weergave bij ingeschakeld controlepaneel
Als de contactsleutel (6, Afb. D) in de eerste stand staat,
wordt de beginpagina (23, Afb. H) enkele seconden op
het display (32, Afb. E) weergegeven; op deze pagina
ziet u cijfers of symbolen die de status van de machine
aangeven. De te monitoren parameters worden in het
navolgende besproken.
•
Geplande onderhoudsintervallen
MA0 (15, Afb. H) duidt op het geplande onderhoud
om de 150 uur terwijl het symbool MA1 (16) duidt op
het geplande onderhoud om de 500 uur. Als één van
de twee tijdsintervallen bijna is verstreken of reeds is
verstreken (negatief getal), dan is onderhoud voorzien
zoals in het betreffende hoofdstuk is beschreven.
OPMERKING
Als één van de onderhoudsintervallen
is verstreken, dan licht het symbool (15
of 16, Afb. H) enkele seconden op op
het controlepaneel bij het starten van de
machine.
8
GEBRUIKSAANWIJZING
. Het symbool
33019476(3)2010-02 A
•
Hydraulische installatie ingeschakeld
LET OP!
Als het symbool dat wordt weergegeven
niet overeenkomt met het vooraf
ingestelde symbool
sleutel wél
onderhoudsinterval is verstreken. Ga
verder zoals besproken in het betreffende
hoofdstuk.
•
Aantal gemaakte draaiuren
•
Kilometerteller
•
Teller alarmmeldingen
alarmmeldingen dat zich heeft voorgedaan sinds de
laatste reset van de schakelkast. Als het aantal getelde
gebeurtenissen verschilt van nul, neem dan contact
op met een Nilfi sk Servicecentrum om de storingen te
verhelpen en te nullen.
•
Software-revisie ingevoerd
•
Identifi catienummer van het model veegmachine
(20, Afb. H). De aanduiding '004' staat voor de RS
2200 met motor VM R754 EU4.
•
Veiligheidsgordels vastmaken
(22, Afb. H) knipperen, betekent dit dat de
veiligheidsgordels moeten worden vastgemaakt.
2.
Weergave verplaatsingsconfi guratie
Als het paneel is ingeschakeld, wordt na enkele seconden
automatisch de verplaatsingsconfi guratie (13, Afb. H) op
het display (32, Afb. E) weergegeven in plaats van het
venster (23, Afb. H). Het venster (13, Afb. H) wordt ook na
het starten van de dieselmotor nog altijd weergegeven.
Hier worden de onderstaande parameters weergegeven.
•
Snelheid van de machine
H) samen met het bijschrift
LET OP!
De tachometersensor regelt de effi ciëntie
niet, daarom interpreteert het systeem
dat de machine met een snelheid lager
dan 5 km/u rijdt, ook bij de sensor
losgekoppeld of bij kortsluiting. De
bijbehorende veiligheidssystemen zijn
dus niet actief.
•
Brandstofniveau
weergegeven door de schaalverdeling (3, Afb. H). De
laatste streepjes geven de reservehoeveelheid aan en
knipperen in geval van een laag niveau. Tevens wordt
het actuele brandstofniveau in % weergegeven (5, Afb.
H).
WAARSCHUWING!
Als de niveausensor defect is, worden
er alarmmeldingen op het display
weergegeven (15 of 16, Afb. I) (zie het
deel Beschrijving van de alarmmeldingen
voor de code van het alarm zelf). Neem
contact op met een servicecentrum van
Nilfi sk om de storing te repareren en de
niveausensor te verwijderen.
Het symbool (4, Afb. H) geeft aan dat de
brandstofniveauindicator actief is.
RS 2200
(21, Afb. H).
maar de
, dan betekent dit dat het
(14, Afb. H).
(18, Afb. H).
(17, Afb. H). Telt het aantal
(19, Afb. H).
. Als de symbolen
: getal van 3 cijfers (1, Afb.
(2).
Km/h
: het brandstofniveau wordt