De alarmen in de CAN-BUS-datatransmissiekabel worden aangegeven met de algemene tekst 'ERR' (2, Afb. I), samen met een
cijferreeks van 4/5 cijfers (4), waarmee het huidige alarm wordt aangegeven en met enkele symbolen die de oorsprong (6) en de
ernst (3) van het alarm aangeven. De weergave op de tweede tekstregel geeft de maatregel aan die het systeem heeft genomen
(5, Afb. I) op basis van het alarm en de aard van het probleem (1).
Bij de weergave van de interne alarmmeldingen voor het instrument in de CAN-BUS-datakabel kunnen er vier verschillende
symbolen voor de ernst worden weergegeven:
-
Niet-ernstig alarm. Raadpleeg de handleiding voor de alarmcode.
-
Ernstige alarmmeldingen waarbij de machine niet wordt uitgeschakeld. Neem contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
-
Ernstige alarmmeldingen waarbij de machine wordt uitgeschakeld. Neem contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
STOP
-
Alarm voor het deeltjesfi lter. Neem contact op met een Nilfi sk Servicecentrum.
De interne alarmen voor de CAN-BUS die worden waargenomen en op het display (32, Afb. E) weergegeven, kunnen complex zijn:
–
alarmen voor dieselmotor, gekenmerkt door de weergave (7, Afb. I), waarbij de code (4) het alarm zelf aangeeft; deze code
moet aan het servicecentrum van Nilfi sk worden doorgegeven. Dit zijn onder meer alarmen waarbij de motor automatisch
wordt uitgeschakeld:
•
164.3
Fout in druksignaal rail
•
190.2
Fout sensor motortoerental defect
•
629.2
Fout interne communicatie ECU
•
651.3
Fout storing circuit injector cilinder 1
•
652.3
Fout storing circuit injector cilinder 2
•
653.3
Fout storing circuit injector cilinder 3
•
654.3
Fout storing circuit injector cilinder 4
•
657.3
Fout storing circuit injector rij 1
•
658.3
Fout storing circuit injector rij 2
Tussen de motoralarmen die worden waargenomen, is er ook een alarm voor verminderde werking van het deeltjesfi lter (29, Afb.
I), waarbij de dieselmotor niet automatisch wordt uitgeschakeld, maar waarbij de machine meteen door de bediener moet worden
uitgeschakeld. Neem in dat geval contact op met een servicecentrum van Nilfi sk.
–
alarmen bij storingen in de communicatie op de CAN-BUS-kabel, gekenmerkt door de weergave (26, Afb. I), waarbij het cijfer
(27) varieert op basis van de storing; dit cijfer moet ook bij het servicecentrum van Nilfi sk worden gemeld. De alarmen zijn de
volgende:
•
SYSCODE.99
•
SYSCODE.01
•
SYSCODE.02
•
SYSCODE.03
•
SYSCODE.04
•
SYSCODE.05
•
SYSCODE.06
•
SYSCODE.08
•
SYSCODE.09
ACCESSOIRES / OPTIES
Naast de onderdelen van de standaarduitvoering kan de machine worden uitgerust met de volgende accessoires/optionals, op
basis van het gebruik van de machine:
–
Uitvoering veegmachine:
•
Borstels met zachtere of hardere haren dan de standaarduitvoering, op basis van het te behandelen oppervlak.
•
Cameraset
•
Krik
•
Brandblusser
AIA-circuit losgekoppeld
Signaal van de gashendel is hoger dan de maximale grenswaarde (lijn 1)
Signaal van de gashendel is lager dan minimale grenswaarde (lijn 1)
Signaal van de gashendel is hoger dan maximale grenswaarde (lijn 2)
Signaal van de gashendel is lager dan minimale grenswaarde (lijn 2)
Signaal van het gaspedaal is hoger dan maximale grenswaarde
Signaal van het gaspedaal is lager dan minimale grenswaarde
Signaal van de sensor voor afvalcontainer niet aanwezig bij heffen
Signaal van lijn 1 en signaal van lijn 2 komen niet overeen met de toegestane signalen
GEBRUIKSAANWIJZING
RS 2200
33019476(3)2010-02 A
NEDERLANDS
19