Een hit in het single-segment telt een keer,
in de double twee keer en in de triple
drie keer. De speler die als eerste alle
segmenten drie keer heeft geraakt, heeft
gewonnen.
G25 Big Little-Simple
(3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19, 21)
Optie 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19 of 21
representeert het aantal levens van een
speler. Iedere speler heeft aan het begin
van het spel de vooraf ingestelde aantal
levens ter beschikking. In het display ver-
schijnt dat door de speler te raken segment
(toevalsprincipe). Als de speler met zijn
eerste of tweede dart het aangegeven
segment raakt, kan hij met de volgende
dart het te treffen segment van de volgende
speler bepalen. Als hij pas tijdens de derde
poging raak gooit, verliest de speler geen
leven en moet hetzelfde segment ook door
de volgende speler worden getroffen.
Als de speler met geen enkele van de drie
darts het aangegeven segment raakt, ver-
liest hij een punt en is de volgende speler
aan de beurt. De winnaar is de speler die
als laatste nog levenspunten heeft. Bij big
little-simple tellen alleen de secties, niet de
single, double of triple-waarden.
G26 Big Little-Hard
(H03, H05, H07, H09, H11, H13,
H15, H17, H19, H21)
Optie H03, H05, H07, H09, H11, H13,
H15, H17, H19 of H21 representeert het
aantal levens van een speler. Iedere speler
heeft aan het begin van het spel de vooraf
ingestelde aantal levens ter beschikking.
Op het display verschijnt het door de speler
te raken veld (toevalsprincipe). Als de speler
met zijn eerste of tweede dart het aange-
geven veld raakt, kan hij met zijn volgende
dart het te treffen segment van de volgende
speler bepalen.
Als hij pas tijdens de derde poging raakt
gooit, verliest de speler geen leven en moet
hetzelfde veld door de volgende speler
worden getroffen. Als de speler met geen
van de drie darts raak gooit, verliest hij
een leven en is de volgende speler aan de
beurt. De winnaar is de speler die als laatste
nog levenspunten heeft.
G27 Gotcha
(101, 201, 301, 401, 501, 601,
701, 801, 901)
Bij dit spel wordt het aantal punten van
iedere dart per beurt (3 worpen per speler)
bij de beginscore van „nul" opgeteld.
De speler die als eerste precies het aange-
geven aantal punten heeft gegooid, wint
het spel.
Te hoog gooien:
Als een speler meer dan het aantal punten,
die voor het precies uitspelen op het aange-
geven aantal punten nodig is, gooit, wordt
de beurt niet meegeteld. De score wordt
teruggezet naar die vóór deze beurt.
Andere spelers op NUL gooien:
Als een speler precies het resultaat gooit,
dat een andere speler voor hem heeft
gegooid, wordt de speler met het vorige
resultaat weer terug op nul gezet.
Voorbeeld:
Score speler 1: 20
Score speler 2: 50
Score speler 3: 30
Score speler 4: 00
Speler 4 is aan de beurt en gooit met zijn
eerste dart 20. Speler 1 wordt zodoende
weer op nul gezet. Speler 4 gooit met zijn
tweede dart 10 en heeft een totale score
van 30. Speler 3 wordt zodoende ook
weer op nul gezet. Met zijn 3de dart gooit
speler 4 de 1 en heeft nu een totale score
van 31.
NL/BE
91