– wanneer de machine van en naar het te
bewerken oppervlak wordt geduwd of
getrokken,
– wanneer u het apparaat verlaat of als
het apparaat zonder toezicht is,
– voordat u bijtankt. Alleen tanken
wanneer de verbrandingsmotor volledig
is afgekoeld. Brandgevaar!
– wanneer de machine over een niet te
bewerken oppervlak wordt geduwd of
getrokken.
Schakel de verbrandingsmotor uit en
verwijder de bougiestekker,
– voordat u blokkeringen opheft,
– voordat u het apparaat optilt en draagt,
– voordat u het apparaat transporteert,
– voordat het apparaat wordt getest of
gereinigd of voordat sommige
werkzaamheden worden uitgevoerd
(zoals het verstellen van de duwstang
of het uitklappen van het
transportonderstel),
– wanneer een vreemd voorwerp geraakt
is of als het apparaat abnormaal trilt.
Onderzoek in deze gevallen de
machine, in het bijzonder het
werkgereedschap (stervormig
hakmessen, de bevestiging ervan, de
aandrijfas) op beschadigingen en voer
de noodzakelijke reparaties uit voordat
u het apparaat opnieuw start en ermee
gaat werken.
138
Kans op letsel!
Hard trillen wijst meestal op een
storing.
De motorhak mag vooral niet
worden gebruikt als de aandrijfas
beschadigd of verbogen is, of met
beschadigd werkgereedschap.
Laat de noodzakelijke reparaties
door een vakman – STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan – uitvoeren, indien u niet over
de benodigde kennis beschikt.
4.7 Onderhoud en reparaties
Voorafgaand aan reinigings-, instel-,
reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden:
● apparaat op een vaste, vlakke
ondergrond zetten,
● verbrandingsmotor uitschakelen en
laten afkoelen,
● bougiestekker lostrekken.
Opgelet – kans op letsel!
Houd de bougiestekker van de
bougie vandaan. Een
onbedoelde ontstekingsvonk kan brand of
stroomschokken veroorzaken.
Bij een onbedoeld contact van de bougie
met de bougiestekker kan de
verbrandingsmotor ineens aanslaan.
Voor het reinigen van het apparaat of
onderhoudswerkzaamheden, dit alleen
maar naar achter kantelen. Wanneer het
apparaat opzij of naar voor wordt
gekanteld, kunnen de verbrandingsmotor
en andere onderdelen van het apparaat
beschadigd raken, wat dure herstellingen
met zich mee kan brengen.
Vooral voor onderhoudswerkzaamheden
rondom de transmissie,
verbrandingsmotor, de uitlaat en de
geluiddemper, het apparaat eerst laten
afkoelen. De temperaturen kunnen tot
80° C en meer oplopen. Kans op
brandwonden!
Direct contact met motorolie kan gevaarlijk
zijn; ook mag motorolie niet worden
gemorst.
STIHL adviseert het bijvullen of verversen
van motorolie door een STIHL
vakhandelaar te laten uitvoeren.
Inspecteer het gehele apparaat op gezette
tijden, in het bijzonder voor de opslag van
het apparaat (bijv. voor de winterpauze),
op slijtage en beschadigingen. Versleten
of beschadigde onderdelen moeten om
veiligheidsredenen direct worden
vervangen, om ervoor te zorgen dat het
apparaat altijd in veilige staat is.
Reiniging:
na gebruik moet het gehele apparaat
zorgvuldig worden gereinigd. (
Maak de aangekoekte resten met een
houten staaf los. Reinig de onderkant van
het apparaat met een borstel en water.
Gebruik geen agressieve
reinigingsmiddelen. Dergelijke
reinigingsmiddelen kunnen kunststoffen
en metalen zodanig beschadigen dat de
veiligheid van uw STIHL apparaat mogelijk
in het geding komt.
De onderzijde van het apparaat (alle delen
onder de beschermplaat) mag met een
hogedrukreiniger of stoomstraler worden
gereinigd. Een afstand van minstens 1 m
aanhouden en waterstraal nooit direct op
lagers en dichtingen richten – en zeker niet
op de dichting tussen de
transmissiebehuizing en de
beschermplaat.
0478 404 9603 A - NL
13.2)