Probeer niet om het mes te
inspecteren zolang de
grasmaaier werkt. Het
ronddraaiende mes kan letsel
veroorzaken.
Werk altijd stapvoets en ga bij het werken
met het apparaat vooral niet rennen. Door
snel te lopen met het apparaat is er meer
kans op letsel door struikelen, uitglijden
enz.
Wees bijzonder voorzichtig als u het
apparaat omdraait of naar u toe trekt.
Struikelgevaar!
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam
wanneer u in de buurt van hellingen,
terreinkanten, sloten en dijken werkt. Houd
met name voldoende afstand tot dergelijke
gevarenzones.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Houd rekening met de uitloop
van het snijgereedschap. Het
duurt enkele seconden voordat
het snijgereedschap helemaal
tot stilstand is gekomen.
Schakel de verbrandingsmotor uit, laat het
werkgereedschap tot stilstand komen en
trek de bougiestekker eruit,
– wanneer u het apparaat verlaat of als
het apparaat zonder toezicht is,
– voordat u bijtankt. Tank alleen wanneer
de verbrandingsmotor volledig is
afgekoeld.
Brandgevaar!
– voordat u blokkades opheft of
verstoppingen in de
maaiwerkbehuizing verwijdert,
0478 111 9943 A - NL
– voordat u het apparaat optilt en draagt,
– voordat u het apparaat transporteert,
– voordat werkzaamheden aan het
maaimes worden uitgevoerd,
– voordat het apparaat wordt getest of
gereinigd of voordat sommige
werkzaamheden worden uitgevoerd
(zoals het omklappen van de
duwstang),
– wanneer een vreemd voorwerp geraakt
is of als de grasmaaier abnormaal hard
begint te trillen. Controleer in deze
gevallen het apparaat, in het bijzonder
de snijeenheid (messen, messenas,
mesbevestiging), op beschadigingen
en voer de noodzakelijke reparaties uit
voordat u het apparaat opnieuw start en
ermee gaat werken.
Kans op letsel!
Hard trillen wijst meestal op een
storing.
De grasmaaier mag met name niet
worden gebruikt als de messenas
beschadigd of verbogen is of als
het maaimes beschadigd of
verbogen is.
Laat de noodzakelijke reparaties
door een vakman – STIHL beveelt
hiervoor de STIHL vakhandelaar
aan – uitvoeren, indien u niet over
de benodigde kennis beschikt.
Schakel de verbrandingsmotor uit,
– wanneer u het apparaat van en naar het
te bewerken gazon duwt,
– voordat u het apparaat over een niet
met gras begroeide ondergrond gaat
duwen,
– wanneer het apparaat voor het
transport gekanteld moet worden,
– voor u de snijhoogte aanpast.
4.7 Onderhoud en reparaties
Voorafgaand aan reinigings-, instel-,
reparatie- en
onderhoudswerkzaamheden:
● apparaat op een vaste, vlakke
ondergrond zetten,
● verbrandingsmotor uitschakelen en
laten afkoelen,
● bougiestekker lostrekken.
Opgelet – kans op letsel!
Houd de bougiestekker van de
bougie vandaan. Een
onbedoelde ontstekingsvonk kan brand of
stroomschokken veroorzaken.
Bij een onbedoeld contact van de bougie
met de bougiestekker kan de
verbrandingsmotor ineens aanslaan.
Kans op letsel door het
maaimes!
Door aan de startkabel te trekken
krijgt het werkgereedschap een
draaibeweging. Houd altijd
voldoende afstand tot het maaimes,
in het bijzonder de handen en de
voeten, wanneer u aan de
startkabel trekt.
Vooral voor werkzaamheden rondom de
verbrandingsmotor, het uitlaatspruitstuk
en de geluiddemper eerst laten afkoelen.
De temperaturen kunnen tot 80 °C en
meer oplopen. Kans op brandwonden!
Direct contact met motorolie kan gevaarlijk
zijn; ook mag motorolie niet worden
gemorst.
STIHL adviseert het bijvullen of verversen
van motorolie door een STIHL
vakhandelaar te laten uitvoeren.
79