10.2 Vergrendeling omschakelhendel
achterwaartse aandrijving
De omschakelhendel achterwaartse
wielaandrijving is uit
veiligheidsoverwegingen mechanisch
geblokkeerd zodat onbedoelde bediening
wordt voorkomen.
Voor het activeren van de
omschakelhendel achterwaartse
wielaandrijving moet eerst de
ontgrendelingshendel worden ingedrukt.
(
8.5)
10.3 Vergrendeling hendel zijwaartse
verstelling
De hendel zijwaartse verstelling is uit
veiligheidsoverwegingen mechanisch
geblokkeerd zodat onbedoelde bediening
wordt voorkomen.
Voor het activeren van de hendel
zijwaartse verstelling moet eerst de
ontgrendelingshendel worden ingedrukt.
(
8.6)
10.4 Veiligheidsvoorzieningen
De motorhak is uitgerust met
veiligheidsvoorzieningen die een
onbedoeld contact met het
werkgereedschap verhinderen en
bescherming bieden tegen
wegslingerende voorwerpen.
Hiertoe behoren de beschermplaten aan
de zijkant en de correct gemonteerde
duwstang.
0478 404 9603 A - NL
11. Aanwijzingen voor
werken
11.1 Werkgebied van de gebruiker
● De gebruiker moet zich tijdens de
gehele duur van de werkzaamheden
(bij draaiende verbrandingsmotor) om
veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied bevinden (grijs gebied A).
● De motorhak mag uitsluitend door één
persoon worden bediend; derden
moeten zich buiten de gevarenzone
bevinden.
11.2 Werkstand van het apparaat
● De motorhak mag alleen rustend op de
bodem (verbrandingsmotor boven) in
bedrijf worden genomen. Tijdens het
gehele bedrijf moet de motorhak zo
horizontaal mogelijk worden gehouden
en sterk overhellen of kantelen worden
vermeden.
11.3 Ideale lichaamshouding tijdens
het werken
De ideale lichaamshouding tijdens het
werk voorkomt snel vermoeid raken.
157