Boston Scientific Vercise Neural Navigator Mode D'emploi page 150

Table des Matières

Publicité

Vercise™ Neural Navigator Programmeerhandleiding
#
Eigenschap
1
Configureren van
de leads
2
Knop Meten
3
Amplitudebediening
patiënt
4
Informatie over
stimulator
5
Patient ID
(Patiënt-ID)
6
Implantatiedatum
Impedantiewaarden meten
Impedantiewaarden van leads kunnen worden gemeten met behulp van de knop Meten op de
tabbladen Configureren of Programmeren. De impedantiewaarden van elk van de 16 contacten
kunnen worden gecontroleerd om de elektrische integriteit te controleren. Wanneer een meting van
de impedantie is uitgevoerd, worden de impedantiewaarden tussen een contact en de hoes
(monopolair) gemeten, en tussen combinaties van contacten (bipolair). Impedantiewaarden van
meer dan 8000 Ω kunnen het resultaat zijn van open of niet aangesloten draden en worden in het
geel weergegeven op het scherm Meting impedantiewaarden. Impedantiewaarden van minder
dan 200 Ω kunnen het resultaat zijn van kortsluitingen en worden in het oranje weergegeven.
Contacten met impedantiewaarden buiten het bereik van acceptabele waarden worden
gemarkeerd met een
de impedantiewaarden is opgenomen in een rapport die kan worden afgedrukt of worden
geëxporteerd in het tabblad Rapportage.
Vercise™ Neural Navigator Programmeerhandleiding
91046489-05
146 van 557
Beschrijving
Selecteer de leads, de hemisfeer van de hersenen en het
doelgebied.
Gebruik de pijltoetsen om de vervolgkeuzelijsten voor het
openen van de vervolgkeuzelijsten en het identificeren van de
geïmplanteerde lead(s) en het type hemisfeer van de hersenen
(rechter- of linkerkant) in het doelgebied met behulp van een
schermtoetsenblok of een aangesloten toetsenbord.
Opmerking: Indien beschikbaar kunnen extra leadopties
worden toegevoegd via het tabblad Functies.
Kijk voor meer informatie in de paragraaf
"Tabblad Functies".
Meet de impedantiewaarden. Kijk voor meer informatie in de
paragraaf "Impedantiewaarden meten".
Zet de mogelijkheid voor de patiënt om de amplitude van de
stimulatie te wijzigen AAN of UIT.
Het bereik van de amplitude wordt aangepast in het tabblad
Programmeren.
Toont de informatie over de stimulator, waaronder het
serienummer, het modelnummer, de firmwareversie en het type
stimulator.
Het identificatienummer van de patiënt wordt standaard
gedefinieerd als het serienummer van de stimulator. Deze kunt u
wijzigen door iets anders in het veld Patiënt ID.
De implantatiedatum wordt gedefinieerd door de datum waarop
een CP voor de eerste keer verbinding met een nieuwe stimulator
maakt. Deze kunt u aanpassen door de knop Implant Date te
selecteren.
-symbool op het programmeerscherm. De laatste set met metingen van

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières