Publicité
EntelliGuard G
2.2 OPERATION
2.2.1 OPERATING MODES
EntelliGuard G Trip Units have four operating
modes: Setup, Meter, Status and Events. These
are accessed through the five keys on the Trip
Unit front.
-- UP:
Scroll up or increment value
-- DOWN: Scroll down or decrement value
-- RIGHT: Next function or next page
-- LEFT:
Previous function or previous page
– ENTER: Save or set in to memory
2.2.2 SETUP MODE
SETUP Mode programming must be performed
with the rating plug installed. This procedure
applies to all trip unit types.
The SETUP procedures should only be repeated if
the trip unit or the protection characteristics are
changed, requiring different set points and time-
delays.
All trip units provide long time over current
protection, long time delay, and some form of
short circuit current protection when installed in
circuit breakers. All other functions are optional.
If a specific set of trip unit functions, such as
relaying or short time over-current protection is
not installed that function will not appear on the
trip unit display. Ignore setup mode instructions
for such functions.
The trip unit must be powered by one of the
indicated four methods during SETUP. (see par.
2.1.9)
-- Press UP or DOWN until the SETUP mode is
selected.
-- Press RIGHT or LEFT to access the functions in
the SETUP mode.
-- Press ENTER to save desired values.
-- Press RIGHT to advance to the next function.
2.2.2.1 Entering Set points into Memory
1. Press UP or DOWN to select SETUP.
2. Press LEFT or RIGHT to select the desired
protection to change.
3. Press UP or DOWN to change values.
values will start flashing.
4. Press ENTER to store the value into the
memory. The displayed value stops flashing and
the save icon appears on the top of the LCD. This
indicates that the value has been stored in
memory and is active.
5. Confirm settings on the trip unit after making
changes by exiting and re-entering SETUP mode
and rechecking each changed setting.
2-10
INTRO
BREAKER
TRIP UNIT
2.2 FONCTIONNEMENT
2.2.1 MODES DE FONCTIONNEMENT
Les unités de protection EntelliGuard G ont
quatre modes de fonctionnement: Setup
(configuration), Meter (mesures), Status (état) et
Events (historique). Ils sont accessibles grâces
aux cinq touches qui se trouvent sur la face
avant de l'unité de protection.
-- UP (HAUT): défilement vers le haut ou
augmenter la valeur
-- DOWN (BAS): défilement vers le bas ou réduire
la valeur
-- RIGHT (DROITE): passer à la prochaine
fonction, à la prochaine page
-- LEFT (GAUCHE): passer à la fonction
précédente, à la page précédente
Fig 2.2 Key pad
Fig 2.2 Touches
Up
Up (haut)
Down
Down (bas)
Right (Next)
Right, Next (droite, suivant)
Left (Previous)
Left, Previous (gauche, précédent)
Enter (Save) Sichern
Enter, Save (entrée, sauvegarder)
-- ENTER (ENTRÉE): sauvegarder ou garder en
mémoire
2.2.2 MODE SETUP (CONFIG)
En mode de configuration (SETUP), la
programmation doit s'effectuer avec le calibreur
en place. Cette procédure s'applique à toutes les
unités de protection.
Les procédures de configuration ne doivent être
répétées que si l'unité de protection ou les
caractéristiques de protection sont modifiées, et
requièrent des points de réglage et des
temporisations différents.
Toutes les unités de protection assurent une
protection « temps long » contre les courants de
surcharge, une temporisation « temps long » et
une protection contre les courants de court-
circuit lorsqu'elles sont installées sur des
disjoncteurs. Toutes les autres fonctions sont
optionnelles.
Si une fonction spécifique de l'unité de
protection, comme la fonction de relayage ou la
protection « temps court », n'est pas installée,
cette fonction n'apparaîtra pas sur l'écran.
Ignorer les instructions de mode de
configuration pour ces fonctions.
Lors de la configuration, l'unité de protection
doit être alimentée au moyen de l'une des
quatre méthodes indiquées. (voir section 2.1.9)
-- Appuyer sur UP (HAUT) ou DOWN (BAS) jusqu'à
ce que le mode SETUP (CONFIG) soit sélectionné.
-- Appuyer sur RIGHT (DROITE) ou LEFT (GAUCHE)
pour accéder aux fonctions du mode SETUP
(CONFIG).
-- Appuyer sur ENTER (ENTRÉE) pour
sauvegarder les valeurs souhaitées.
The
-- Appuyer sur RIGHT (DROITE) pour passer à la
fonction suivante.
2.2.2.1 Saisir les points de réglage dans la
mémoire
1. Appuyer sur UP (HAUT) ou DOWN (BAS) pour
sélectionner le mode SETUP (CONFIG).
2. Appuyer sur LEFT (GAUCHE) ou RIGHT (DROITE)
pour sélectionner la protection à modifier.
3. Appuyer sur UP (HAUT) ou DOWN (BAS) pour
modifier les valeurs.
commenceront à clignoter.
4. Appuyer sur ENTER (ENTRÉE) pour
LOCKS
ACCESSORIES
2.2 WERKING
2.2.1 WERKINGSMODI
EntelliGuard G Beveiligingsunits beschikken over
vier werkingsmodi: Setup, Meter, Status en
Events.
Deze functies kunnen geopend worden via de
vijf toetsen aan de voorzijde van de unit.
-- UP (omhoog): Omhoog scrollen of waarde
verhogen
-- DOWN (omlaag): Omlaag scrollen of waarde
verminderen
-- RIGHT (rechts): Volgende functie of volgende
pagina
-- LEFT (links): Vorige functie of vorige pagina
-- ENTER: Opslaan of instellen in geheugen
Afb 2.2 Toetsenbord
Up (omhoog)
Down (omlaag)
Right (rechts) (volgende)
Left (links) (vorige)
Enter (opslaan)
2.2.2 SETUP-UITVOERING (instellen)
Programmering van de SETUP uitvoering moet
gebeuren wanneer de ratingplug geïnstalleerd
is. Deze procedure is van toepassing voor alle
unittypes.
De SETUP procedures mogen enkel herhaald
worden indien de beveiligingsunit of de
beveiligingseigenschappen gewijzigd zijn,
waardoor andere instelpunten en
tijdvertragingen vereist zijn.
Alle units bieden beveiliging tegen LT
overspanning, LT tijdvertaging, en een bepaalde
vorm van kortsluitbeveiliging wanneer ze in
vermogenschakelaars geïnstalleerd zijn. Alle
andere functies zijn optioneel.
Indien er een bepaalde functie van de unit, zoals
relaisbediening of ST overstroom niet
geïnstalleerd is, wordt die functie niet
weergegeven op de display van de unit. Negeer
de instelinstructies voor zulke functies.
De unit bekrachtigd worden door één van de vier
aangeduide bronnen gedurende SETUP. (zie par.
2.1.9)
-- Druk UP of DOWN tot de SETUP uitvoering
verschijnt.
-- Druk RIGHT of LEFT om de functies in de
SETUP uitvoering te openen.
-- Druk ENTER om de gewenste waarden op te
slaan.
-- Druk RIGHT om de volgende functie weer te
geven.
2.2.2.1 Instelpunten in het Geheugen
1. Druk UP of DOWN en selecteer SETUP.
2. Druk LEFT of RIGHT om de gewenste
beveiliging te selecteren.
3. Druk UP of DOWN om de waarden te wijzigen.
De waarden beginnen te knipperen.
4. Druk ENTER om de waarde in het geheugen
op te slaan. De weergegeven waarde stopt met
knipperen en het opslaan-icoon verschijnt
bovenaan de LCD display. Dit betekent dat de
waarde in het geheugen opgeslagen en actief is.
5. Bevestig de instellingen van de unit na het
Les valeurs
wijzigen ervan door de SETUP uitvoering te
verlaten en opnieuw te openen om de
instellingen te controleren.
TESTS
APPENDIX
invoeren
Publicité
Chapitres
Dépannage
