„10" = gedrag bij onderspanning
Hier kunt u kiezen hoe de vliegregelaar bij een geactiveerde onderspanningsherkenning (zie menupunt „3") moet
reageren.
Selecteert u „Vermogen verminderen", dan wordt het vermogen van de motor bij het bereiken van de onderspan-
ningsgrens teruggenomen. Selecteert u „Motor uitschakelen", dan wordt de motor bij het bereiken van de onder-
spanningsgrens volledig uitgeschakeld.
Bij de instelling „Vermogen verminderen" loopt de motor verder en ontlaadt verder de accu. Om schadeli-
jke diepontladingen van de accu te vermijden, moet bij de instelling „Vermogen verminderen" de motor zo
snel mogelijk worden uitgeschakeld en de landing worden ingeleid.
Wij raden u bovendien aan om bij de instelling „Vermogen verminderen", de onderspanningsherkenning bij
LiPo-accu's op 3,2 V/cel in te stellen.
Waarschuwingsmeldingen:
Werkt de rijregelaar niet, dan kunnen hiervoor meerdere oorzaken zijn. De vliegregelaar zendt in dergelijke gevallen
waarschuwingssignalen uit.
1. Als er ononderbroken geluidssignalen te horen zijn (*****), bevindt de bedienhendel voor de toerentalstand zich
niet in de onderste positie (motor uit).
2. Als er ononderbroken geluiden met een seconde pauze te horen zijn (*
van de verbonden vliegaccu zich in een niet-gedefinieerde toestand. Controleer de laadtoestand van de vliegac-
cu.
3. Als er ononderbroken geluidssignalen met een korte pauze te horen zijn (* * * * *), kan de vliegregelaar het
zendersignaal ter instelling van het toerental niet correct herkennen. Vernieuw de kalibrering van de gashendel,
zie hoofdstuk 19. a).
20. Onderhoud en verzorging
Controleer regelmatig het correct functioneren van de zender evenals de lichte loop van de aandrijfmotor en de
roeren. Alle beweegbare onderdelen moeten gemakkelijk kunnen bewegen, maar mogen geen speling in de lagers
vertonen.
De buitenkant van het modelvliegtuig en de zender mogen enkel met een zachte, droge doek of penseel worden
gereinigd. U mag in geen geval agressieve reinigingsproducten of chemische oplosmiddelen gebruiken omdat
hierdoor het oppervlak beschadigd kan worden.
Belangrijk!
Indien u beschadigde of versleten onderdelen moet vervangen, gebruik dan alleen originele reserveonder-
delen.
De reserveonderdelenlijst vindt u op onze internetpagina www.conrad.com in het downloadgedeelte van het betref-
fende product.
U kunt de reserveonderdelenlijst ook telefonisch aanvragen. De contactgegevens vindt u aan het begin van deze
gebruiksaanwijzing in het hoofdstuk 1.
158
*
*
*), bevindt de accuspanning