e) Richtingsroerfunctie (modus 1 en modus 2)
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie naar links wordt bewogen, moet het richtingsroer naar links
uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 8 – 10 mm naar links worden afgesteld. Tijdens het vliegen
wordt daardoor het rechts naar beneden gedrukt en het model vliegt in een bocht naar links. Tegelijk wordt de
staartsteun naar links gestuurd. Zo kunt u ook de richting op de bodem veranderen.
Wanneer de stuurknuppel voor de richtingsroerfunctie naar rechts wordt bewogen, moet het richtingsroer naar
rechts uitslaan. De achterzijde van het roer moet daarbij ca. 8 - 10 mm naar rechts worden afgesteld. Tijdens het
vliegen wordt daardoor het daardoor naar links gedrukt en het model vliegt in een bocht naar rechts. Tegelijk wordt
de staartsteun naar rechts gestuurd. Zo kunt u ook de richting op de bodem veranderen.
Bij omschakeling naar modus 1 zou de functie van het richtingsroer op de linker stuurknuppel blijven.
146
Afbeelding 18
Afbeelding 19