13.
CONTRA-INDICATIES
Niet gebruiken voor patiënten met een maximaal gewicht (inclusief belasting) van meer dan 166 kg.
Niet gebruiken voor patiënten die niet voldoen aan de vereisten van een activiteitsniveau K3 of hoger.
Niet gebruiken voor activiteiten waarbij een risico bestaat op grote schokken of overmatige overbelasting.
14.
BIJWERKINGEN
Er zijn geen bijwerkingen bekend die direct verband houden met de hulpmiddelen.
Elk ernstig voorval met de hulpmiddelen moet gemeld worden aan de fabrikant en de bevoegde autoriteit van de lidstaat
waarin de gebruiker is gevestigd.
15.
ONDERHOUD EN CONTROLE
Onderhoudshandelingen zoals smeren, draaien aan de schroeven of andere onderdelen zijn nodig.
De voetmodule moet minstens elke zes maanden door de prothesist worden geïnspecteerd. Inspecties met kortere tussenpozen
zijn nodig indien de gebruiker actiever is.
De Spectra -sok en de voetovertrek moeten regelmatig door de prothesist worden vervangen, afhankelijk van het
activiteitenniveau van de patiënt. Als deze onderdelen beschadigd zijn, kan dit leiden tot voortijdige slijtage van de voetmodule.
De componenten van de EVAQ8 modellen (slang, inline-filter, terugslagkleppen in de vacuümhiel) moeten tijdens de levenscyclus
van het systeem mogelijk periodiek gereinigd of vervangen worden. Ze zijn niet vervangbaar onder garantie, omdat dit als normale
slijtage beschouwd wordt.
16.
PERIODIEKE INSPECTIE VAN HET EVAQ8 SYSTEEM
•
Inspecteer de slang visueel op knikken, scheuren of slijtage waardoor er lucht in het systeem kan lekken. Vervang de
slang als deze fenomenen zich voordoen.
•
Neem de inline-filter uit de slang en kijk erdoorheen. Als u licht kunt zien, is de filter schoon. Wordt het licht geblokkeerd,
blaas dan lucht uit een spuit door de inline-filter van het distale naar proximale uiteinde (in tegengestelde richting van
de normale stroom) om de blokkering te verwijderen. Houdt de blokkering aan, dan moet de filter vervangen worden.
•
De terugslagkleppen die zich in de vacuümhiel bevinden moeten mogelijk met gedestilleerd water of isopropylalcohol
gereinigd en gespoeld worden om een goede werking ervan te garanderen. Deze procedure mag alleen uitgevoerd
worden door een gekwalificeerde professional.
•
Om de terugslagkleppen en vacuümhiel te spoelen:
1. Uitlaatgeheel
2. Uitlaatfilter
3. Grote o-ring
4. Adapter klephuis
5. Kleine o-ring
•
Verwijder de vacuümslang van de fitting van de gebruiker terwijl ze met de EVAQ8-voet verbonden blijft.
•
Verwijder de EVAQ8-voet van de fitting van de gebruiker.
•
Verwijder de vacuümslang van de EVAQ8-voet.
•
Gebruik een fitting van
klephuisadapter (4) verbonden blijven met de uitlaatfilter (2).
OPMERKING: Komt de klephuisadapter (4) niet los tijdens het verwijderen van de uitlaatfilter (2), gebruik dan een platte
schroevendraaier om hem te verwijderen.
•
Plaats de klephuisadapter (4) in een bankschroef met zachte kaken of een tang met zachte grijpoppervlakken om de
uitlaatfilter (2) te verwijderen met een fitting van
OPMERKING: De Duckbill-klep (6) zal zachtjes in de bodem van de uitlaatfilter geduwd worden.
•
Verwijder met behulp van een
•
Binnenin de hiel, onder de plaats waar de rechte koppeling (7) zich bevond, zit nog een Duckbill-klep (8). Verwijder de
Duckbill-klep (8) door de voet tegen uw hand te tikken of door een paperclip (9) te ontvouwen en hem in de andere kant
van de hiel te brengen om de Duckbill-klep (8) naar buiten te duwen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
2. Uitlaatfilter
7. Rechte
6. Duckbill-klep
koppeling
5
⁄
" en verwijder het uitlaatgeheel (1) van de hiel. Naar alle waarschijnlijkheid zal de
16
1
⁄
" diepe fitting de rechte koppeling (7) uit de andere kant van de hiel.
4
8. Duckbill-klep
5
⁄
".
16
Pagina 5 van 7
9. Paperclip
9. Paperclip
(voet liggend)
(voet rechtop)
IFU-02-012