EDELRIDe MEGAWATT Mode D'emploi page 32

staan die de sterkte verminderen of de PBM's tijdens het
gebruik beschadigen. Scherpe randen, bramen en ge-
plette delen kunnen de sterkte gevaarlijk verminderen.
Randen en bramen moeten waar nodig worden afgedekt
met geschikte hulpmiddelen. Het verankeringspunt en
het verankeringshulpmiddel moeten in de meest ongun-
stige situatie bestand zijn tegen de te verwachten belas-
tingen. Zelfs als bandvaldempers (volgens EN 355) wor-
den gebruikt, moeten de verankeringspunten een kracht
van minstens 12 kN kunnen opnemen, zie ook EN 795.
Verankeringspunten volgens ANSI/ ASSE Z359.4 moe-
ten minstens 3100 lbs (of 13,8 kN) opnemen of een vei-
ligheidsfactor van 5:1 hebben, (als deze door een des-
kundige vastgesteld en bewaakt worden); de laagste van
de twee waarden kan worden gekozen.
EN 12841-C
(150 KG: 10,0 – 11,8 MM 200 KG: 10,0 – 11,5 MM):
Apparaten van het type C zijn ontworpen om langs een
werktouw te bewegen. Bij het werken op hoogte moeten
deze altijd worden gebruikt in combinatie met een valbe-
veiliging volgens EN 12841-A, geleid aan een tweede
onafhankelijke veiligheidslijn. Alleen voor gebruik met
touwen volgens EN 1891 ontworpen.
Soorten touwen getest in het kader van de certificering
volgens EN 12841 type C:
• EDELRID Performance Static 10,0 mm.
• EDELRID Performance Static 11,5 mm.
• EDELRID Bucco 11,8 mm.
EN 341-2A (PERFORMANCE STATIC 11,0 MM):
In de context van EN 341 mag het afdalingsapparaat al-
leen worden gebruikt om personen te redden. Alleen het
toegewezen touw gebruiken. Zorgen dat zich op het ab-
seilpad geen obstakels bevinden. Altijd voor gecontro-
leerd abseilen zorgen omdat de controle na een verlies
van controle slechts met moeite terug kan worden gekre-
gen. Als het apparaat tussen inspecties door op de werk-
plek achterblijft, moet het tegen weersinvloeden worden
beschermd.
ANSI/ASSE Z359.4 (10,0 – 11,5 MM):
De persoon die de redding uitvoert moet voorzichtig zijn
in de buurt van bewegende machines, elektrische bron-
nen van gevaar, scherpe randen, schurende oppervlak-
ken, chemicaliën en in ruwe omgevingen. Bij het abseilen
ook zorgen dat bronnen van gevaar zoals elektrische,
thermische, chemische en andere gevaren in het abseil-
pad worden gemeden.
EN 15151-1 (8,9 – 11,0 MM):
Type 8 – apparaat voor het zekeren en abseilen met pa-
niekvergrendeling. De remwerking is afhankelijk van de
diameter en eigenschappen van het touw. Daarom moet
de gebruiker zich vóór elk gebruik vertrouwd maken met
de remwerking. In de context van EN 15151-1 is het re-
mapparaat ontworpen voor gebruik in de bergsport,
klimmen of dergelijke.
1. BEPERKING VAN HET GEBRUIK
Het afdalingsapparaat bereikt zijn prestatielimiet als alle
parameters tot het toegestane maximum zijn uitgeput.
Onder extreme omstandigheden kan dit bij het abseilen
leiden tot verlies van controle en/of het touw beschadi-
gen. Wees oplettend en neem indien nodig extra maatre-
gelen (de wrijvingsweerstand verhogen, snelheid vermin-
deren, het abseilpad in kortere stukken verdelen door
gebruik te maken van tussenzekeringen). Voorzichtig: De
diameters van in de handel verkrijgbare touwen kunnen
tot 0,2 mm afwijken van de gewenste waarde.
a) Voor gebruik volgens EN 12841-C: De maximaal toe-
gestane snelheid en het bereik van de touwdiameter
zijn afhankelijk van het gewicht (de massa) van de ge-
bruiker. Bij een belasting van >120 kg moet het rem-
touw worden omgeleid.
b) Voor gebruik volgens EN 341-2A: Alleen de EDELRID
Performance Static 11,0 mm met weblink gebruiken.
De maximaal toelaatbare abseilenergie bedraagt
7,5 x 10 J. De maximaal toelaatbare abseilhoogte en/
6
of het maximum aantal opeenvolgende afdalingen
moet worden berekend met de volgende formule:
Max. abseilenergie (J) = zwaartekrachtversnelling (g =
9,81 m/s²) x belasting (m[kg]) x abseilhoogte (h[m]) x
aantal afdalingen (n).
c) Voor gebruik volgens ANSI/ASSE Z359.4: Dit afda-
lingsapparaat is bedoeld voor herhaaldelijk of meer-
voudig gebruik tot een abseilenergie van 300.000 foot-
pounds (406.750 joule). De toegestane abseilenergie
is afhankelijk van de maximale abseilenergie (E [ft. lbs])
= massa (W[lbs]) x abseilhoogte (H[ft]) x aantal afdalin-