NEDERLANDS
helemaal zijn aangedraaid. Deze controle is uiterst belangrijk en noodzakelijk
gedurende de periode, waarin men met de machine begint te werken.
Er wordt nogmaals op gewezen, dat de meeste mankementen en
problemen veroorzaakd worden door niet goed aandraaien en bevestigen
van de moeren en bouten.
Na korte tijd, dat men met de machine werkt, controleren of de bouten
nog goed vast zitten.
De trilmachine moet na installatie aangesloten worden op een stalen
veiligheidskabel, die de juiste doorsnee en lengte heeft, en dient om bij
accidenteel loskomen van de trilmachine deze op te vangen, met een
maximale val van 15 cm (Afb. 10).
Let op: Voer geen laswerkzaamheden uit aan de structuur met een
gemonteerde en aangesloten elektrische vibrator. Het lassen zou de
wikkelingen en lagers kunnen beschadigen.
3.2 ELECTRISCHE AANSLUITING (Afb. 11)
De leidingen van de voedingskabel, die dienen voor het aansluiten van de trilmachine op
het net, moeten de juiste doorsnee hebben, opdat de stroomdichtheid voor iedere leiding
niet hoger is dan 4 A/mm
. Eén van deze leidingen dient uitsluitend voor het aarden van
2
de trilmachine.
De doorsnee van de leidingen moet ook overeenkomen met de lengte van de gebruikte
kabel, om een groter spanningsverlies dan normaal is voorgeschreven in de normen voor
deze materie te voorkomen.
Aangeraden wordt flexibele kabels te gebruiken, met een externe diameter, die
overeenkomt met hetgeen is weergegeven in de tabellen «Technische Gegevens», opdat
de voedingskabel perfekt op de kabelklem in de kabelkast bevestigd blijft.
3.3 SCHEMA AANSLUITEN KLEMMENSTROOK
ATTENTIE: In de klemmenkast zit een getropicaliseerde schroef met een
plaatje met het symbool
(Afb. 12).
Op deze schroef, die als aarde-connector dienst doet voor de
trilmachine, moet de geel-groene leiding (alleen groen voor de VS)
van de voedingskabel aangesloten worden.
In de klemmenkast zit het verbindingsschema. Men moet het schema gebruiken met
hetzelfde nummer, dat op het typeplaatje is aangegeven.
SCHEMA 2A (Afb. 13)
A) Lagere spanning
B) Hogere spanning
C) Voedingsnet
Voor de DRIEFASIGE aansluiting.
SCHEMA 2C (Afb. 14)
A) Lagere spanning
B) Hogere spanning
C) Voedingsnet
Voor de DRIEFASIGE aansluiting.
SCHEMA 2D (Afb. 15)
C) Voedingsnet
SCHEMA 5A (Afb. 16)
A) Lagere spanning
B) Hogere spanning
C) Voedingsnet
E) Controleapparatuur
Voor de DRIEFASIGE aansluiting.
Met thermistor thermische beveiliging
SCHEMA 5B (Afb. 17)
A) Lagere spanning
B) Hogere spanning
¢ ¢ ¢ ¢ ¢ driehiek
Y ster
YY dubbele ster
Y ster
¢ ¢ ¢ ¢ ¢ driehiek
Y ster
D) Thermistor
YY dubbele ster
Y ster
C) Voedingsnet
E) Controleapparatuur
Voor de DRIEFASIGE aansluiting.
Met thermistor thermische beveiliging
SCHEMA 1A (Afb. 18)
C) Voedingsnet
F) Voor het inverteren van de draairichting
Voor de EENFASIGE aansluiting.
SCHEMA 1B (Afb. 19)
C) Voedingsnet
F) Voor het omwisselen van de draairichting
Voor de EENFASIGE aansluiting.
SCHEMA 1E (Afb. 20)
C) Voedingsnet
F) Voor het inverteren van de draairichting
Voor de EENFASIGE aansluiting.
3.4 AANSLUITEN VAN DE VOEDINGSKABEL OP
DE KLEMMENSTROOK VAN DE TRILMACHINE
Voor het uitvoeren van deze handelingen moet in de hiernavolgende
volgorde gehandeld worden:
De voedingskabel door de kabelklem in de klemmenkast steken (A Afb. 21).
Voor de verbindingen moet altijd gebruik gemaakt worden van
geklemde ogen (B Afb. 21).
Uitrafelen voorkomen, omdat dit onderbreking en kortsluiting
zou kunnen veroorzaken (A Afb. 22).
Nooit vergeten vóór de moeren (B Afb. 22) een ringetje te
plaatsen, om te voorkomen dat de moeren los gaat zitten. Dit
zou onderbreking en schade kunnen veroorzaken.
De verbindingen uitvoeren volgens de aangegeven schema's en de
kabelklem helemaal aandraaien (A Afb. 23).
Het kabeldrukplaatje plaatsen en controleren of het goed op de leidingen
drukt, het deksel monteren, en er goed op letten dat de afdichting niet
beschadigd wordt (B Afb. 23).
3.5 AANSLUITEN VAN DE VOEDINGSKABEL OP HET NET
De voedingskabel moet door een vakkundig installateur volgens de van
kracht zijnde normen op het net aangesloten worden.
De trilmachine moet veplicht geaard worden, door de geel-groene
(groen voor de VS) leiding op de voedingskabel aan te sluiten.
Alvorens de machine op het net aan te sluiten, eerst altijd controleren
of de netspanning en frekwentie overeenkomen met die op het typeplaatje
van de trilmachine (Afb. 24).
Als twee trilmachines worden gemonteerd, moet iedere machine een
eigen externe beveiliging tegen overbelasting hebben en deze moeten
onderling geblokkeerd zijn, opdat de stroom op beide machine onderbroken
wordt, als één van de twee trilmachines per ongeluk tot stilstand zou komen,
om schade aan de installatie, waarop ze zijn aangesloten te voorkomen
(Afb. 25), zie schema's A en B (pag. 74) ter voorbeeld van vermogens- en
besturingscircuits bij motorvibrators met thermistors (standaard vanaf de gr.
70 (gr. 70 inbegrepen).
Belangrijk: Voor de keuze van electrische apparatuur voor starten/
stoppen en beveiliging tegen overbelasting, moeten de technische en
electrische gegevens, en de nominale en startstroom geraadpleegd
38
NEDERLANDS
D) Thermistor