Nederlands
Aansluiting verschildruksensor
Procedure
8
Bediening
8.1
Bedieningselementen
De rode knop
Fig. 21: De rode knop
DIP-schakelaars
ON
1 2
Fig. 22: DIP-schakelaars
8.2
Opbouw van het display
158
Kabel
Kleur
1
Zwart
2
Blauw
3
Bruin
AANWIJZING
Bij een dubbelpomp- of Y-buisinstallatie moet de verschildruksensor
aan de "master" worden aangesloten.
De meetpunten van de verschildruksensor van de hoofdpomp moeten
in de desbetreffende verzamelbuis op de zuig- en drukzijde van de
dubbelpompinstallatie liggen.
• De aansluitingen verbinden met inachtneming van de klemtoewijzing.
• De pomp/installatie op de voorgeschreven wijze aarden.
De elektronicamodule wordt met behulp van de volgende bedie-
ningselementen bediend:
Door de rode knop (fig. 21) te draaien kunt u menu-elementen selec-
teren en waarden wijzigen. Door de rode knop in te drukken kunt u
een geselecteerd menu-element activeren of waarden bevestigen.
De DIP-schakelaars (fig. 9, pos. 6/fig. 22) bevinden zich onder de
afdekking van de behuizing.
• Schakelaar 1 dient voor het omschakelen tussen de standaardmodus
en servicemodus.
Voor meer informatie zie hoofdstuk 8.6.6 "Servicemodus activeren/
deactiveren" op pagina 165.
• Met schakelaar 2 kan de toegangsblokkering worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
Voor meer informatie zie hoofdstuk 8.6.7 "Toegangsblokkering acti-
veren/deactiveren" op pagina 165.
De informatie wordt volgens onderstaand schema weergegeven op
het display:
1
4
2
5
max
min
4
2
Fig. 23: Opbouw van het display
Klem
Functie
IN1
Signaal
GND
Massa
+ 24 V
+ 24 V
1 0 0 0
0
0
R P M
WILO SE 05/2010
4
0
2
3