Nederlands
Gedrag na het inschakelen
Schakelfrequentie
Varianten
152
wanneer de motor stilstaat. In het menu <4.2.6.0> kan het aantal
pomp-kicks worden afgelezen.
Alle fouten, m.u.v. waarschuwingen, die tijdens de pomp-kick worden
herkend schakelen de motor uit. De betreffende foutcode wordt
weergegeven op het display.
Bij de eerste inbedrijfstelling werkt de pomp met de fabrieksinstelling.
• Het servicemenu dient voor de individuele in- en omstelling van de
pomp, zie hoofdstuk 8 "Bediening" op pagina 158.
• Voor het verhelpen van storingen zie ook hoofdstuk 11 "Storingen,
oorzaken en oplossingen" op pagina 178.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Wijzigingen in de instellingen voor de verschildruksensor kunnen
storingen veroorzaken! De fabrieksinstellingen zijn geconfigu-
reerd voor de meegeleverde WILO-verschildruksensor.
• Instelwaarden: ingang In1 = 0-10 volt, drukwaardecorrectie = ON
• Indien de meegeleverde Wilo-verschildruksensor wordt gebruikt,
dienen deze instellingen ongewijzigd te blijven!
Wijzigingen zijn alleen bij gebruik van andere verschildruksensoren
vereist.
Bij een hoge omgevingstemperatuur kan de thermische belasting
van de module door het verlagen van de schakelfrequentie (menu
<4.1.2.0>) worden verminderd.
AANWIJZING
De schakelfrequentie kan enkel via de CAN-bus of de IR-PDA worden
gewijzigd.
Een lagere schakelfrequentie leidt tot een hogere geluidsontwikke-
ling.
Wanneer bij een pomp het menu <5.7.2.0> "Drukwaardecorrectie"
niet beschikbaar is op het display, gaat het om een pompvariant
waarbij de volgende functies niet beschikbaar zijn:
• drukwaardecorrectie (menu <5.7.2.0>)
• rendementsgeoptimaliseerde bij- en uitschakeling bij een dubbel-
pomp
WILO SE 05/2010