Philips RESPIRONICS Trilogy Mode D'emploi page 153

7. Alarm lage ademsnelheid (optioneel)
Met deze procedure wordt gecontroleerd of het Alarm lage ademsnelheid correct werkt. Er wordt verondersteld dat u
de testlong heeft aangesloten, de instellingen van het beademingsapparaat heeft gecontroleerd en het beademingsapparaat
heeft ingeschakeld, zoals staat beschreven in het gedeelte over de eerste setup.
A. Pas de instelling van het Alarm lage ademsnelheid aan, zodat deze overeenstemt met de onderstaande waarde:
B. Controleer het alarm.
Wacht tot 40 seconden en controleer de volgende alarmsignalen:
• Het akoestische signaal voor hoge prioriteit klinkt.
• De alarmindicatorknop/knop Geluid ond. knippert rood.
• De toestand Alarm lage ademsnelheid wordt rood gemarkeerd op het scherm weergegeven.
C. Pas de alarminstellingen voor het beademingsapparaat aan.
Pas de instelling van het Alarm lage ademsnelheid aan, zodat deze overeenstemt met de onderstaande instelling:
D. Controleer of het opnieuw instellen is gelukt.
Wacht 40 seconden en controleer of de volgende omstandigheden zijn bereikt na het opnieuw instellen:
• Het akoestische signaal voor hoge prioriteit klinkt niet meer.
• De alarmindicatorknop/knop Geluid ond. knippert niet meer rood.
Raadpleeg hoofdstuk 10 van de Trilogy-handleiding voor meer informatie over controleprocedures voor uw apparaat.
Aanvullende zuurstof (optioneel)
De volgende informatie over aanvullende zuurstof is een aanvulling op de informatie in de Trilogy-handleiding. Raadpleeg
hoofdstuk 4 van de handleiding van de Trilogy100, Trilogy200, Garbin of Garbin Plus voor meer informatie over het
aansluiten van aanvullende zuurstof op de Trilogy.
Trilogy100-, Trilogy200-, Garbin- en Garbin Plus-beademingsapparaten zijn te gebruiken in combinatie met een zuurstofbron
met trage stroom tot 15 l/minuut.
Opmerking: Hieronder staat de reactietijd van het beademingsapparaat (in seconden) voor een toename van de
zuurstofconcentratie van 21% naar 90%.
Opmerking: Trilogy202 is uitgerust met een zuurstofmixmodule waarmee zuurstof aan de patiënt kan worden
toegediend met een concentratie tussen 21% en 100% (binnen +/-5%), met een minimale totale stroom van 20 l/minuut.
i
nstelling
Lage ademsnelheid
i
nstelling
Lage ademsnelheid
s
cenArio
500 ml
150 ml
50 ml
w
AArde
15 ademhalingen per minuut
w
AArde
10 ademhalingen per minuut
t 90%
ijd tot
16,26 seconden
16,42 seconden
17,52 seconden