Philips RESPIRONICS Trilogy Mode D'emploi page 139

Alarm hoog Vte
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het geschatte ademvolume per minuut bij drie
opeenvolgende ademhalingen groter is dan de instelling van Alarm hoog Vte. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt
automatisch zodra er een ademhaling plaatsvindt waarvan het uitgeademde ademvolume kleiner is dan de waarde die bij
Alarm hoog Vte is ingesteld.
Alarm laag Vte
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het geschatte ademvolume per minuut bij drie
opeenvolgende ademhalingen lager is dan de instelling van Alarm laag Vte. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt
automatisch zodra er een ademhaling plaatsvindt waarvan het uitgeademde ademvolume groter is dan de waarde die bij
Alarm laag Vte is ingesteld.
Als AVAPS is ingeschakeld, treedt dit alarm op als het berekende ademvolume gedurende minimaal 1 minuut kleiner of
gelijk is aan 90% van de doelinstelling van het ademvolume. Het alarm stopt automatisch zodra het berekende ademvolume
gedurende minimaal 30 seconden groter is dan 90% van de doelinstelling van het ademvolume.
Opmerking: Als AVAPS is ingeschakeld, moet de limiet van Max. drukondersteuning zijn bereikt voordat dit alarm kan
worden ingeschakeld.
Alarm hoog Vti
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het afgegeven ademvolume bij drie opeenvolgende
ademhalingen groter is dan de instelling van Alarm hoog Vti. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt automatisch zodra er
een ademhaling plaatsvindt waarvan het afgegeven ademvolume kleiner is dan de waarde die bij Alarm hoog Vte is ingesteld.
Alarm laag Vti
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer het afgegeven ademvolume bij drie opeenvolgende
ademhalingen lager is dan de instelling van Alarm laag Vti. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt automatisch zodra er
een ademhaling plaatsvindt waarvan het afgegeven ademvolume groter is dan de waarde die bij Alarm laag Vti is ingesteld.
Alarm hoge ademsnelheid
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer de ademhalingsnelheid hoger is dan de instelling
van het Alarm hoge ademsnelheid. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt automatisch wanneer de gemeten
ademhalingsnelheid lager is dan de instelling van het Alarm hoge ademsnelheid.
Alarm lage ademsnelheid
Dit betreft een alarm met hoge prioriteit. Het treedt op wanneer de ademhalingsnelheid lager is dan de instelling van het
Alarm lage ademsnelheid. Het apparaat blijft werken. Het alarm stopt automatisch wanneer de gemeten ademhalingsnelheid
hoger is dan de instelling van het Alarm lage ademsnelheid.
Alarm Hoge inademingsdruk
Dit alarm treedt in verschillende fasen op en gaat over van een pieptoon voor de eerste twee gevallen naar een alarm met
hoge prioriteit indien het probleem aanhoudt. De detectie verschilt voor de therapiemodi voor volume en druk.
Bij volumemodi gaat het alarm af als de gemeten patiëntdruk groter is dan de waarde die de clinicus heeft ingesteld voor
Hoge inademingsdruk. Het alarm stopt automatisch wanneer de inspiratoire piekdruk lager is dan of gelijk is aan de
instelling van het alarm Hoge inademingsdruk.
Bij drukmodi treedt het alarm op wanneer de geleverde druk tijdens de inademingsfase 5 cm H O of meer groter wordt
2
dan de beoogde patiëntdruk. Het apparaat schakelt automatisch over naar de uitademingsfase en blijft actief. Het alarm
stopt automatisch zodra de geleverde druk tijdens de inademingsfase binnen 5 cm H O van de beoogde patiëntdruk komt.
2