zitmaaier naar achteren is gericht, kan de opstuwende
kracht van de wind de zitmaaier beschadigen.
2. Leef altijd de voorschriften inzake veilig bijvullen van
brandstof en omgang met brandstof na wanneer u het
toestel bijvult na transport of berging.
3. Berg de machine (met brandstof) nooit op in een afgesloten,
slecht geventileerde ruimte. Benzinedampen kunnen in
contact komen met een ontstekingsbron (zoals een geiser,
boiler etc.) en een explosie veroorzaken. Brandstofdampen
zijn ook giftig voor mens en dier.
4. Volg steeds de instructies in de motorhandleiding voor het
voorbereiden van de berging voor u het toestel voor zowel
korte als lange periodes opbergt.
5. Volg altijd de instructies in de motorhandleiding voor de
correcte opstart procedures wanneer u het toestel opnieuw
in gebruik neemt.
6. Berg het toestel of een benzinehouder nooit op in een ruimte
met een open vlam of waakvlam, zoals van een watergeiser.
Laat het toestel afkoelen voor u het opbergt.
WAARSCHUWING
Gevaar van onveilig gebruik
Rij deze zero-turn zitmaaier niet op een aanhangwagen of
vrachtwagen met twee aparte oprijplaten. Gebruik alleen één
enkele oprijplaat die ten minste 30 cm breder is dan de totale
breedte van de achterwielen van deze zitmaaier. Deze
machine heeft een draaicirkel van nul en de wielen zouden
over de rand kunnen rijden, waardoor de maaier kan kantelen
en de bestuurder of omstanders gewond kunnen raken.
Gebruik op hellingen
Hellingen vormen een belangrijke factor met betrekking tot
ongevallen door verlies van controle en kantelen die tot ernstige
letsels of de dood kunnen leiden. Bij gebruik op hellingen is
extra voorzichtigheid geboden. Als u zich op een helling niet op
uw gemak voelt, werk daar dan niet.
Door de rem te gebruiken zal u een (zelftrekkende) duwmaaier
of een zitmaaier niet onder controle krijgen als de machine op
een helling begint te glijden. De belangrijkste oorzaken van het
verlies van controle zijn: onvoldoende grip op de grond, te hoge
snelheid, onvoldoende remmen, het type machine is niet
geschikt voor de taak, onvoldoende kennis over de
bodemgesteldheid, verkeerd vastkoppelen en verkeerde
verdeling van de belasting.
1. Maai hellingen in de hellingsrichting, niet overdwars.
154
2. Let op voor putten, voren of bulten. Als het terrein oneffen
is, kan de zitmaaier kantelen. Obstakels kunnen door hoog
gras aan het zicht worden onttrokken.
3. Kies een lage snelheid zodat u niet hoeft te stoppen of van
snelheid hoeft te veranderen terwijl u zich op de helling
bevindt.
4. Maai niet als het gras nat is. De banden kunnen dan hun
grip verliezen.
5. Rijd altijd met de zitmaaier in versnelling, in het bijzonder
wanneer u hellingen afrijdt. Zet de maaier niet in neutraal
om zo van een helling te rijden.
6. Vermijd op een helling te starten, stoppen of draaien. Als
de banden hun grip verliezen, schakelt u het maaiblad/de
maaibladen uit en rijdt u traag de helling recht af.
7. Voer alle bewegingen op hellingen traag en geleidelijk uit.
Verander niet plotseling van snelheid of richting, want dan
kan de zitmaaier omkantelen.
8. Wees extra voorzichtig bij het bedienen van machines met
grasopvangzakken of andere appendages; zij kunnen de
stabiliteit van de machine negatief beïnvloeden. Gebruik
ze niet op steile hellingen.
9. Probeer de machine niet te stabiliseren door uw voet op de
grond te zetten (bij zitmaaiers).
10. Maai niet in de buurt van steile dalingen, greppels of
muurtjes. De grasmaaier zou plotseling kunnen kantelen
als een wiel over de rand van een klif of gracht raakt of als
een rand inzakt.
11. Gebruik geen grasopvangzak op steile hellingen.
12. Maai geen hellingen waar u niet achteruit op kan rijden.
13. Neem contact op met uw erkende verdeler/kleinhandelaar
voor aanbevelingen inzake wielgewichten of tegengewichten
om de stabiliteit te verbeteren.
14. Verwijder obstakels zoals stenen, dikke takken, enz.
15. Houd een lage snelheid aan. Zelfs als de remmen naar
behoren werken kunnen de banden op hellingen hun grip
verliezen.
16. Maak geen bochten op hellingen tenzij noodzakelijk, en
draai dan traag en gelijkmatig indien mogelijk naar beneden.