Télécharger Imprimer la page

Sensor (Water In De Olie) (Niet Beschikbaar Voor Explosiebeveiligde Versies); In Bedrijf Stellen; Algemene Opstartprocedure - DAB FK Série Instructions Pour L'installation Et La Maintenance

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 36
Explosieveilige pompen
De onderbrekingsinrichting van het voedingscircuit van explosiebeveiligde pompen mag de pomp niet automatisch
weer starten. Dit waarborgt een beveiliging tegen te hoge temperaturen in omgevingen met mogelijk
explosiegevaar.
6.4

Sensor (water in de olie) (niet beschikbaar voor explosiebeveiligde versies)

De sensorsonde in de oliekamer neemt water in de olie waar wanneer het waterpercentage een bepaalde waarde overschrijdt.
Wanneer het waterpeil in de olie is bereikt, sluit de sonde het circuit tussen de sensor (contact S1 bedradingsschema) en het
equipotentiaalcontact van de pomp.
De sonde moet zijn verbonden met een geschikte inrichting in het bedieningspaneel; de inrichting kan een alarmsignaal geven met
geluid of licht, of, wanneer nodig, de elektropomp laten stoppen.
Als het signaal wordt geactiveerd, moet de elektropomp stoppen. De pomp moet gedemonteerd worden en de staat van de olie en de
mechanische afdichtingen moet worden gecontroleerd. Tevens moeten de oorzaken van de activering worden opgespoord.

7. IN BEDRIJF STELLEN

Voordat u op de pomp begint te werken moet u nagaan of de hoofdschakelaar uit staat.
U dient er zeker van te zijn dat de voedingspanning niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. Wees er zeker van
dat alle beschermende apparatuur op een juiste wijze is aangesloten. De pomp mag niet drooglopen.
De pomp mag niet worden ingeschakeld wanneer de atmosfeer in de tank mogelijk explosiegevaarlijk is.
Alvorens de pompen te starten moet worden nagegaan of ze naar behoren zijn aangesloten, om te voorkomen dat er
ongecontroleerd vloeistof naar buiten komt.
Houd uw handen of gereedschap weg uit de zuigof persopening van de pomp nadat de pomp is aangesloten op de
voedingspanning.
7.1

Algemene opstartprocedure

Deze procedure geldt voor nieuwe opstellingen alsmede voor inspecties na het uitvoeren van service, wanneer het opstarten op een
later tijdstip gebeurt dan dat de pomp in de tank is geplaatst.
-
Na lange opslagperiodes moet de conditie van de olie in de oliekamer worden gecontroleerd. Zie ook par. 8.1 Gewoon
onderhoud.
Controleer of het systeem, de bouten, pakkingen, leidingwerk en afsluiters etc. zich in een goede staat bevinden.
-
Monteer de pomp in het systeem.
-
Schakel de voedingspanning in.
-
-
Controleer of de bewakingsunits, indien gebruikt, naar behoren werken.
-
Controleer de instelling van de vlotterschakelaars of de niveausensoren.
Controleer met een kleine startimpuls van de motor of de waaier vrij kan draaien.
-
Controleer de draairichting. Zie paragraaf 7.2 Draairichting.
-
Open de afsluitkleppen, indien aanwezig.
-
-
Controleer dat het vloeistofniveau boven de motor ligt bij S1 bedrijf en boven de kabeldoorvoer bij S3 bedrijf. Zie afb. 10. De
pomp niet inschakelen wanneer het minimale peil niet is bereikt.
Schakel de pomp in en laat de pomp kort draaien, en controleer of het vloeistofniveau daalt.
-
Let op of de persdruk en ingangstroom normaal zijn. Zo niet, dan kan er lucht zijn ingesloten in de pomp. (Zie paragraaf. 5
-
Installatie)
In geval van ongewone geluiden of trillingen van de pomp, andere pompstoringen, of storing in de voedingspanning
of watertoevoer dient de pomp direct uitgeschakeld te worden. Probeer de pomp niet opnieuw in te schakelen
voordat de oorzaak is gevonden en de storing is hersteld.
Controleer na één week in bedrijf of na vervanging van de asafdichting de staat van de olie in de kamer. Voor pompen zonder sensor
wordt dit gedaan door een oliemonster te nemen. Zie paragraaf 8. Onderhoud en service voor de procedure.
NEDERLANDS
71

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Fk c 65 22 2 t 5 230d ex s