Afb. 8
Afb. 9
Afb. 10
Afb. 12
• Neem vier M4x12 zeskantschroeven en vier M4
onderlegschijven om het onderdeel 14 op het
onderdeel 13 te monteren (zie afb. 8).
• Neem vier M6x16 zeskantschroeven, vier M6
onderlegschijven en vier M6 moeren om het
onderdeel 16 (as) + het onderdeel 17 (2x rol) op
het onderdeel 4 en het onderdeel 5 te monteren
(zie afb. 9). De schroeven mogen niet te vast
aangedraaid worden.
• Draai de schroeven op de posities A en B vast.
Draai de schroeven op de posities C en D zodanig
vast dat de einden van de schroeven op hetzelfde
vlak als de schroefmoeren liggen (zie afb. 10).
• Buiten de schroeven op de posities H en I moeten
alle schroeven in de volgorde van A tot G vast
aangedraaid worden (zie afb. 12).
91