Afb. 17
Afb. 18
Afb. 19
Afb. 20
• Monteer het onderdeel 23 op het onderdeel 24 met
twee vleugelschroeven en twee vleugelmoeren 24 (zie
afb. 17).
•
Schuif het gemonteerde onderdeel in de geleidegleuf
en monteer dit met twee M6x30 bolkopschroeven
met vierkante schacht, twee M6 onderlegschijven en
twee M6 schroefmoeren op de positie A en B. Draai
afwisselend de schroeven van het deel 24 vast.
Maak daarna de moeren los zodat het onderdeel 24
op de geleidegleuf vrij bewogen kan worden (zie afb.
18).
• Monteer het onderdeel 22 met twee M6x30
bolkopschroeven met vierkante schacht en twee M6
onderlegschijven (zie afb. 19). Op dezelfde wijze kan
het onderdeel 24 op de geleidegleuf vrij geschoven
worden.
• Sleutel en duwstang worden aan de al gemonteerde
haken opgehangen.
93