Patroonsequencer
De SP-404SX is uitgerust met een
patroonsequencerfunctie die sampleafspeelbewerkingen
kan opnemen. Of u kunt verschillende frasen combineren
tot een eenvoudige song, of ritmesamples combineren tot
ritmepatronen.
MEMO
Hier leggen we uit hoe er in de patroonsequencer
moet worden opgenomen en worden ook enkele
geavanceerde toepassingen beschreven. Raadpleeg
"Patronen afspelen" (p. 14) voor details over het afspelen
van de patroonsequencer.
Een patroon opnemen
Wanneer u samples afspeelt en uw uitvoering als een
patroon opneemt, wordt er herhaaldelijk opgenomen
over het aantal door u gespecificeerde maten ("loop
recording"), zodat u samples kunt stapelen en aan het
patroon kunt blijven toevoegen (overdubben).
1.
Druk op de [PATTERN SELECT]-knop zodat de
knop brandt .
Op het scherm wordt "
waaraan een patroon is toegewezen, gaan knipperen.
2.
Druk op de [REC]-knop zodat de knop brandt .
Alle pads waaraan geen patroon is toegewezen, gaan
knipperen.
3.
Druk op één van de [BANK]-knoppen om
de patroonbank waarin u wilt opnemen,
te selecteren .
4.
Druk op de pad waaraan u het patroon wilt
toewijzen dat u gaat opnemen .
De pad die u hebt ingedrukt, licht op en de resterende
pads gaan uit. De [REC]-knop knippert en de metronoom
begint te weerklinken
5.
Druk op de [START/END/LEVEL]-knop zodat de
knop brandt .
6.
Draai aan de [CTRL 3] (LEVEL)-knop om het
volume van de metronoom te regelen .
7.
Druk op de [TIME/BPM]-knop zodat de knop brandt .
Het patroontempo (BPM) wordt op het scherm
weergegeven.
8.
Specificeer het patroontempo door aan de [CTRL
2] (BPM)-knop te draaien of door op het gewenste
tempo meermalen op de [TAP TEMPO]-knop te
drukken .
9.
Druk op de [LENGTH]-knop zodat de knop brandt .
Op het scherm wordt de lengte (aantal maten) van het op
te nemen patroon weergegeven.
10. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de lengte van het
patroon te specificeren .
De patroonlengte die u specificeert, wordt op het scherm
weergegeven.
Bereik: 1 – 99
32
P tn
" weergegeven en de pads
Als het patroon reeds gegevens bevat, kunt u het niet
korter maken dan de huidige lengte.
De patroonlengte kan voor een reeks van 1-20 maten in
eenheden van één maat gespecificeerd worden, en voor
langere patronen in eenheden van vier maten.
11. Druk op de [QUANTIZE]-knop zodat de knop
brandt .
De [LENGTH]-knop brandt niet meer en de
kwantiseringsinstelling wordt op het scherm
weergegeven.
MEMO
Wat is kwantisering?
Kwantisering is een functie die lichte
onnauwkeurigheden in timing, die soms optreden
als u pads indrukt en samples afspeelt om een
opname te maken, automatisch corrigeert. Als u een
kwantiseringsinstelling hebt gespecificeerd, wordt uw
uitvoering met accurate intervallen van kwartnoten,
achtste noten of zestiende noten opgenomen.
12. Draai aan de [CTRL 3]-knop om de gewenste
kwantiseringsinstelling te specificeren .
De kwantiseringsinstelling die u specificeert, wordt
op het scherm weergegeven.
De weergave heeft de volgende betekenis.
Kwantisering naar 8ste noten met gebruik van shufflekwan-
S . 8
tisering.
Kwantisering naar 16de noten met gebruik van shufflekwan-
S . 1 6
tisering.
4
Kwantisering naar kwartnoten.
4 . 3
Kwantisering naar kwartentriolen.
8
Kwantisering naar achtste noten.
8 . 3
Kwantisering naar achtstentriolen.
1 6
Kwantisering naar zestiende noten.
1 6. 3
Kwantisering naar zestiendentriolen.
3 2
Kwantisering naar tweeëndertigste noten.
Kwantisering wordt niet gebruikt. Het werkelijke tijdstip
o FF
waarop u de pad hebt ingedrukt, wordt opgenomen.
MEMO
Als u gebruikmaakt van shufflekwantisering ("S . 8",
"S . 1 6"), dient u de [CTRL 2]-knop te gebruiken om de
hoeveelheid "shuffle" voor backbeats te specificeren.
De instelling 50 brengt een "straight" ritme zonder
shuffle voort. Instellingen in een bereik van 60 – 66
geven meestal een aangenaam shufflegevoel.
13. Druk op de [QUANTIZE]-knop zodat deze niet
langer brandt .
14. Druk op de [REC]-knop .