9.6 Centrale
snijhoogteverstelling
Er kunnen 6 verschillende
snijhoogtes worden ingesteld.
Stand 1 = 25 mm
Stand 6 = 75 mm
Snijhoogte instellen:
● handgreep (1) vastpakken, hendel (2)
naar boven trekken en vasthouden.
● Gewenste snijhoogte instellen door het
apparaat omhoog en omlaag te
bewegen. De huidige snijhoogte kan
aan de aanduiding van de
snijhoogte (3) met behulp van de
markering (4) worden afgelezen.
● Vergrendelhendel (2) loslaten en laten
vastklikken.
9.7 Inhoudsindicatie
De door het mes gecreëerde
luchtstroom tilt de
inhoudsindicatie (1) omhoog. Als de
grasopvangbox is gevuld, stopt de
luchtstroom. Als de luchtstroom te gering
is, zakt de inhoudsindicatie (1) naar de
rusttoestand terug. Dit is een indicatie dat
de grasopvangbox moet worden geledigd.
Van een onbeperkte werking van de
inhoudsindicatie is alleen bij een optimale
luchtstroom sprake. Invloeden van
buitenaf, zoals vochtig, dicht of hoog gras,
lage snijtanden, vuil en dergelijke kunnen
de luchtstroom en de werking van de
inhoudsindicatie negatief beïnvloeden.
A De grasopvangbox wordt gevuld
B De grasopvangbox is gevuld
110
● Ledig de volle grasopvangbox (
10. Aanwijzingen voor
17
werken
10.1 Algemeen
Door regelmatig te maaien en het gras kort
te houden, krijgt u een mooi en dicht
gazon.
Maai het gazon bij warm en droog weer
niet te kort, omdat het anders door de zon
verbrandt en er lelijk uit gaat zien!
Met een scherp mes is het maairesultaat
mooier dan met een bot mes. Het moet
daarom regelmatig worden geslepen
(STIHL vakhandelaar)
10.2 Snijvermogen
Het snijvermogen (de looptijd van de accu)
hangt af van de eigenschappen van het
gras en de gekozen snijhoogte. U vergroot
18
het snijvermogen als volgt:
– maai het gazon vaker,
– vergroot de snijhoogte,
– verlaag de rijsnelheid,
– laat het gazon voor het maaien
opdrogen.
Indien gewenst kunt u extra STIHL lithium-
ionaccu's (speciale accessoires)
aanschaffen.
Ecomodus:
de grasmaaier is voorzien van
een ecomodus, die de energie-
efficiëntie en daarmee het
snijvermogen verbetert.
12.5).
Met behulp van de schakelaar in het
accuvak kunt u de ecomodus in- en
uitschakelen. (
Werking:
het toerental van de elektromotor wordt
automatisch verlaagd wanneer minder
vermogen nodig is. Bij een grotere vraag
naar vermogen wordt het toerental binnen
een fractie van een seconde weer
verhoogd.
10.3 Werkgebied van de
gebruiker
● De gebruiker moet zich bij een
draaiende elektromotor om
veiligheidsredenen altijd in het
werkgebied achter de duwstang
bevinden. Neem steeds de door de
duwstang bepaalde veiligheidsafstand
in acht.
● De grasmaaier mag uitsluitend door
één enkele persoon worden bediend,
derden moeten zich buiten de
gevarenzone bevinden. (
10.4 Juiste belasting van de
elektromotor
Schakel de grasmaaier niet in hoog gras
in. Selecteer bij moeilijk starten van de
elektromotor een hogere snijhoogte-
instelling.
De grasmaaier mag slechts zodanig
worden belast, dat het toerental van de
elektromotor niet aanzienlijk daalt.
Stel bij een dalend toerental bij het maaien
van hoog gras een hogere snijhoogte in
en/of reduceer de snelheid vooruit.
9.2)
21
4.)
0478 131 9940 C - NL