Verwachte Resultaten
Normale weefsels
Kloon COL-1 detecteerde het carcino-embryonaal antigeen in epitheelcellen van het colon, rectum, de slokdarm en larynx en in het
squameuze slijmvlies van de baarmoederhals. (Totaal aantal normale gevallen = 150.)
Abnormale weefsels
Kloon COL-1 kleurde 58/65 colontumoren (inclusief 20/23 gemetastaseerde adenocarcinomen, 18/22 adenocarcinomen,
6/6 adenomen, 5/5 poliepen, 4/4 mucineuze adenocarcinomen, 3/3 gemetastaseerde mucineuze adenocarcinomen en
2/2 gemetastaseerde zegelringcelcarcinomen), 33/77 longtumoren (inclusief 14/28 adenocarcinomen, 12/28 plaveiselcelcarcinomen,
3/8 kleincellige carcinomen, 1/6 atypische carcinoïden, 1/3 grootcellige carcinomen, 1/2 gemetastaseerde plaveiselcelcarcinomen
en 1/2 gemetastaseerde adenocarcinomen), 10/49 eierstoktumoren (inclusief 3/12 endometrioïde-adenocarcinomen, 3/3 mucineuze
adenocarcinomen, 2/6 sereuze papillaire adenocarcinomen, 1/3 mucineuze cystadenocarcinomen, 1/3 mucineuze cystadenomen,
0/5 sereuze adenocarcinomen, 0/4 thecaceltumoren, 0/3 granulosaceltumoren, 0/3 ongedifferentieerde carcinomen, 0/2 endodermale
sinuscarcinomen, 0/1 dysgerminoom, 0/1 onvolgroeid teratoom, 0/1 leiomyosarcoom, 0/1 borderline mucineus cystadenoom en
0/1 adenocarcinoom), 5/11 gemetastaseerde tumoren (inclusief 3/4 gemetastaseerde maagcarcinomen, 2/4 gemetastaseerde
borstcarcinomen, 0/1 gemetastaseerd nasofaryngeaal carcinoom, 0/1 gemetastaseerd schildklieradenocarcinoom en
0/1 gemetastaseerd plaveiselcelcarcinoom van de slokdarm), 5/5 chronische colitis, 4/4 ziekte van Crohn, 3/3 maagadenocarcinomen,
2/2 dunnedarmtumoren (inclusief 1/1 adenoom en 1/1 adenocarcinoom), 2/2 plaveiselcelcarcinomen van de baarmoederhals,
1/3 plaveiselcelcarcinomen van de slokdarm, 1/2 endometriale adenocarcinomen, 1/1 plaveiselcelcarcinoom van de huid en
1/1 plaveiselcelcarcinoom van de tong. Er werd geen kleuring waargenomen in borsttumoren (0/5), schildkliertumoren (0/5),
hersentumoren (0/4), hepatocellulaire carcinomen (0/4), lymfomen (0/3), prostaattumoren (0/2), hoofd- en halstumoren (0/2),
bijniertumoren (0/2), blaastumoren (0/2), bottumoren (0/2), speekselkliertumoren (0/2), seminomen (0/2), niertumoren (0/2), een
pancreastumor (0/1), een prostaathyperplasie (0/1), een melanoom (0/1), een geval van tuberculose van het colon (0/1) en een
feochromocytoom (0/1). (Totaal aantal afwijkende gevallen = 267.)
NCL-L-CEA-609 wordt aanbevolen voor het detecteren van carcino-embryonaal antigeen in normale en neoplastische weefsels,
als aanvulling op conventionele histopathologie waarbij niet-immunologische histochemische kleuringen worden gebruikt.
Algemene Beperkingen
Immunohistochemie is een diagnoseproces van meerdere stappen dat uit een gespecialiseerde training bestaat in het selecteren van
de desbetreffende reagentia; weefselselectie, fixatie en verwerking; voorbereiding van de IHC-objectglaasjes; en de interpretatie van
de kleuringsresultaten. Weefselkleuring is afhankelijk van het gebruik en de verwerking van het weefsel vóór het aanbrengen van de
kleuring. Een onjuiste manier van fixeren, invriezen, ontdooien, wassen, drogen, verwarmen en opdelen of contaminatie met andere
weefsels of vloeistoffen kunnen leiden tot artefacten, het vastzitten van antilichamen of fout-negatieven. Inconsistente resultaten kunnen
het gevolg zijn variaties in de methoden die voor het fixeren en inbedden worden gebruikt of van inherente onregelmatigheden binnen
het weefsel.
4
Overmatige of onvolledige tegenkleuring kan een correcte interpretatie van de resultaten in te weg zitten.
De klinische interpretatie van iedere kleuring of de afwezigheid ervan moet worden aangevuld met morfologisch onderzoek en goede
controles. De interpretatie moet worden geëvalueerd door een vakkundige patholoog binnen de context van de klinische geschiedenis
van de patiënt en eventueel ander diagnostisch onderzoek.
Antilichamen van Leica Biosystems Newcastle Ltd zijn bedoeld voor gebruik, zoals aangegeven, op bevroren of paraffine ingebedde
coupes met specifieke fixatie-eisen. Er kan een onverwachte antigenexpressie optreden, met name in neoplasma's. De klinische
interpretatie van ieder gekleurde weefselcoupe moet morfologische analyses bevatten en de evaluatie van de juiste controles.
Algemene Literatuurlijst
1. National Committee for Clinical Laboratory Standards (NCCLS). Protection of laboratory workers from infectious diseases
transmitted by blood and tissue; proposed guideline. Villanova, P.A. 1991; 7(9). Order code M29-P.
2. Battifora H. Diagnostic uses of antibodies to keratins: a review and immunohistochemical comparison of seven monoclonal and
three polyclonal antibodies. Progress in Surgical Pathology. 6:1–15. eds. Fenoglio-Preiser C, Wolff CM, Rilke F. Field & Wood, Inc.,
Philadelphia.
3. Nadji M, Morales AR. Immunoperoxidase, part I: the techniques and pitfalls. Laboratory Medicine. 1983; 14:767.
4. Omata M, Liew CT, Ashcavai M, Peters RL. Nonimmunologic binding of horseradish peroxidase to hepatitis B surface antigen: a
possible source of error in immunohistochemistry. American Journal of Clinical Pathology. 1980; 73:626.
5. Chhieng DC, Rodriguez-Burford C, Telley LI, et al. Expression of CEA, Tag-72 and Lewis-Y antigen in primary and metastatic lesions
of ovarian carcinoma. Human Pathology. 2003; 34(10): 1016-1021.
6. Kass ES, Greiner JW, Kantor JA, et al. Carcinoembryonic antigen as a target for specific antitumor immunotherapy of head and neck
cancer. Cancer Research. 2002; 62(17): 5049-5057.
7. Tendler A, Kaufman HL, Kadish AS. Increased carcinoembryonic antigen expression in cervical intraepithelial neoplasia grade 3 and
in cervical squamous cell carcinoma. Human Pathology. 2000; 31(11): 1357-1362.
Aanpassingen ten opzichte van Vorige Editie
Eerste editie.
Publicatiedatum
05 oktober 2018
CEA-609-L-CE
Page 31