Publicité
ven naar beneden: Stoommand 3 op
stoommand 2, stoommand 2 op
stoommand 1. Stoommand 3 kan niet direct
op stoommand 1 worden gezet. Het num-
mer van de stoommand 15 staat op de
handgrepen.
6. Zet de rijstschaal 2 in de bovenste
stoommand 3.
7. Plaats het deksel 1 op de bovenste
stoommand 3.
8. Steek de stekker 14 in een geschikt,
geaard stopcontact.
9. Kies met de tijdkeuzeknop 10 een
kooktijd van 5 - 10 min.
10. Het apparaat begint te verwarmen en
de werkingsindicator 11 gaat bran-
den.
11. Laat het apparaat na afloop van de in-
gestelde tijd afkoelen en voer daarna
opnieuw een reiniging uit.
Het apparaat is nu gereed voor ge-
bruik.
6. Bedienen van het
apparaat
6.1
Stoomkoken
BRANDGEVAAR!
Zet het apparaat op een vlakke, stevi-
ge, droge en hittebestendige onder-
grond alvorens het in te schakelen.
GEVAAR van verwondingen
door verbranden!
De oppervlakken van het apparaat wor-
den tijdens het gebruik erg heet. Raak
het apparaat tijdens het gebruik alleen
aan de tijdkeuzeknop 10 of aan de
handgrepen 6 aan.
WAARSCHUWING voor materiële
schade!
Gebruik de stoomkoker nooit zonder
een stoommand 3.
AANWIJZING: het deksel 1 past op alle
3 de stoommanden 3. U kunt dus ook
stoommand 1, stoommand 2 of
stoommand 3 apart gebruiken.
1. Haal de opvangschaal 5 uit het onder-
gedeelte 9.
2. Doe zuiver drinkwater in het onderge-
deelte 9:
- De vulhoeveelheid bedraagt 350 ml
tot 1,2 l.
- Afbeelding A: Zorg ervoor dat het
waterpeil in de waterpeilindica-
tie 12 steeds tussen MIN en MAX
staat.
- Afbeelding B: Bij geplaatste op-
vangschaal 5 kunt u het water er ook
via de handgrepen met vulope-
ning 6 in gieten.
3. Afbeelding E: plaats de stoomhuls 7
zo op de stoomgenerator 13 dat de uit-
sparing 8 aan de stoomhuls naar de
voorste linkerhoek (richting waterpeilin-
dicatie 12) wijst.
4. Zet de opvangschaal 5 in het onderge-
deelte 9.
5. Doe het te bereiden voedsel in de stoom-
manden 3. U kunt 1, 2 of 3 stoomman-
den gebruiken. Let erop dat niet alle
gaten in de bodem van de stoomman-
den 3 zijn bedekt, zodat de stoom er
vrij doorheen kan stromen.
6. Zet de stoommanden 3 op het onder-
gedeelte 9.
Let op de juiste volgorde van de stoom-
manden 3, omdat deze elk een iets an-
dere grootte hebben. Volgorde van
boven naar beneden:
Stoommand 3 op stoommand 2,
stoommand 2 op stoommand 1.
53
NL
Publicité
