Télécharger Imprimer la page

Dräger X-am 2800 Notice D'utilisation page 108

Masquer les pouces Voir aussi pour X-am 2800:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 34
nl
|
Onderhoud
5.4
Bumptest uitvoeren
Een bumptest kan als volgt worden uitgevoerd:
– Handmatige bumptest
– Bumptest met het Bump Test Station
– Bumptest met X-dock
Met de PC-software Dräger CC-Vision kan via het menu of
in het Bump Test Station worden ingesteld of een snelle of
een uitgebreide bumptest moet worden uitgevoerd.
Dräger adviseert om bij kalibratie van vervangende gassen de
uitgebreide bumptest toe te passen (zie de gebruiksaanwjzing
van de Dräger X-dock).
Voor de CatEx-sensor wordt methaan aanbevolen als testgas.
Dit geldt ook voor de kalibratie van vervangende gassen
indien methaan wordt verwacht in de beoogde toepassing.
X-am 5800: Bij een handmatige bumptest dient rekening te
worden gehouden met de invloed van de H
Een eventueel geactiveerde H
automatisch tijdens een handmatige kalibratie, een PC-
kalibratie of een automatische bumptest voor de betreffende
duur tijdelijk gedeactiveerd.
De bumptest kan ook worden uitgevoerd in het met een
wachtwoord beveiligde menu.
Voorwaarden
– Een bumptest kan alleen worden uitgevoerd als minstens
één sensor met de PC-software Dräger CC-Vision werd
geconfigureerd voor de bumptest (geldt niet voor een
bumptest met X-dock).
– Het gasmeetinstrument is ingeschakeld en opwarmfase 1
is voltooid.
– Geschikte testgascilinder beschikbaar, bijv. testgascilinder
(bestelnr. 68 11 130) met de volgende
samenstelling/verhouding gasmengsels: 50 ppm CO,
15 ppm H
S, 2,5 Vol% CH4, 18 Vol% O
2
testgascilinders op aanvraag)
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico door het testgas
Het inhaleren van testgas kan een gezondheidsrisico vormen
of de dood tot gevolg hebben.
► Inhaleer geen testgas.
► Neem de risico's en de veiligheidsinformatie met
betrekking tot het testgas in acht (Raadpleeg de
gegevensbladen en de op de kalibratie-instrumenten
aangebrachte instructies).
Dräger adviseert om voor de CatEx-sensoren voor het
meetbereik 0 tot 100 %OEG een testgasconcentratie van
<60 %OEG te gebruiken.
1. Testgascilinder met de kalibratieadapter (bestelnr.
8318752) aansluiten.
2. Het ingeschakelde gasmeetinstrument in de
kalibratieadapter plaatsen en omlaagdrukken tot deze
vastklikt.
108
-verrekening.
2
-verrekening wordt
2
(andere
2
3. Bumptest oproepen via het Quick-menu. Als deze niet
wordt uitgevoerd, gebeurt een bumptest zonder
documentatie.
4. Het ventiel van de testgascilinder openen; daarbij moet de
volumestroom 0,5 L/min bedragen en de gasconcentratie
hoger (bij O
lager) zijn dan de te testende
2
alarmgrensconcentratie.
5. Wachten, totdat het apparaat de testgasconcentratie met
voldoende tolerantie weergeeft. (De beoordeling wordt
uitgevoerd door het gasmeetinstrument tijdens de
uitgebreide bumptest.)
 Ex: ±20 % van de testgasconcentratie
 IR Ex: ±20 % van de testgasconcentratie (alleen X-am
5800)
 IR CO
: ±20 % van de testgasconcentratie (alleen X-
2
am 5800)
 O
: ±0,6 Vol%
2
 TOX: ±20 % van de testgasconcentratie
6. Het ventiel van de testgascilinder sluiten en het
gasmeetinstrument uit de kalibratieadapter verwijderen.
7. Als de concentraties onder de A1-alarmgrenzen zijn
gedaald, schakelt het gasmeetinstrument na maximaal
30 s automatisch terug naar de meetmodus.
Verdere stappen
Als de weergegeven waarden niet binnen de bovenstaande
marges liggen, moet het gasmeetinstrument door
onderhoudspersoneel worden gekalibreerd.
5.5
Reactietijd controleren (t90)
De test kan ook worden uitgevoerd in de kalibratiemodus.
In dat geval worden de waarden niet door alarmen beïnvloed.
Indien nodig kunnen de waarden dan worden verworpen als
het gasmeetinstrument al over een geldige kalibratie beschikt.
1. Een bumptest uitvoeren en een vereenvoudige controle
van de reactietijd uitvoeren.
a. De testgascilinder aansluiten op de kalibratieadapter
en het ventiel van de testgascilinder openen en de
kalibratieadapter met testgas spoelen.
b. Het ingeschakelde gasmeetinstrument in de
kalibratieadapter plaatsen en omlaagdrukken tot deze
vastklikt. Starttijd registreren.
c. Tijd registreren tot 90 % van de testgasconcentratie is
bereikt.
2. De gemeten reactietijd met die van eerdere bumptests en
met de t90-waarden uit de begeleidende aanvullende
documentatie (artikelnr. 9033890) vergelijken.
De berekende t90-insteltijd kan afwijken van de
gecertificeerde insteltijd, aangezien deze vereenvoudigde
procedure niet aan de normen voldoet.
Het onderhoudsstation X-dock kan de reactietijd optioneel
automatisch testen.
Gebruiksaanwijzing
®
®
|
X-am
2800 / X-am
5800

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

X-am 5800