Dräger X-am 2800 Notice D'utilisation page 103

4.2 Signaleringsconcept
4.2.1 Levenssignaal akoestisch
Een periodiek akoestisch signaal geeft de werking van het
apparaat aan. Het akoestische levenssignaal kan met behulp
van de PC-software Dräger CC-Vision worden gedeactiveerd.
4.2.2 Levenssignaal optisch en functie D-Light
Het optische levenssignaal kan door de functie D-Light met
geactiveerde controle van de intervallen worden uitgebreid.
Door de functie D-Light te activeren kan de gebruiker de
handhaving van bepaalde instellingen extra controleren en
laten weergeven.
De functie D-Light kan met behulp van de PC-software Dräger
CC-Vision worden geactiveerd.
Levenssignaal optisch met gedeactiveerde functie D-
Light:
Het periodieke knipperen (om de 5 s) van de groene LED
signaleert:
– Meting actief
– Er is geen apparaat- of kanaalfout, geen gasalarm en
geen specifieke modus actief
Als aan een van de bovenstaande voorwaarden niet is
voldaan, knippert de LED overeenkomstig de
alarminstellingen.
Levenssignaal optisch met geactiveerde functie D-Light:
Alle voorwaarden van het optische levenssignaal zijn van
toepassing. Bovendien worden de volgende instellingen
gecontroleerd:
– Evaluatie bumpestintervalllen geactiveerd en
gehandhaafd (fabrieksinstelling) of evaluatie van de
kalibratie-intervallen actief en gehandhaafd
– Gebruiksinterval gehandhaafd
Als aan een van deze twee voorwaarden niet is voldaan,
knippert de groene LED ongeveer om de 60 s in plaats van
om de 5 s.
4.3 Gasmeetinstrument in- of
uitschakelen
4.3.1 Gasmeetinstrument inschakelen
WAARSCHUWING
Foutieve apparaatfuncties/-instellingen!
Door foutieve apparaatfuncties/-instellingen kunnen alarmen
en gevaren eventueel niet worden herkend.
► Voorafgaand aan elk gebruik controleren, of de
displayelementen, alarmfuncties en informatie correct
worden weergegeven. Als één van de bovengenoemde
items niet correct werkt of onjuist is, dan het
gasmeetinstrument niet gebruiken en laten controleren.
Tijdens de opwarmfase vindt er geen alarmering plaats!
Gebruiksaanwijzing |
X-am
® ®
2800 / X-am 5800
1. ca. 3 s ingedrukt houden. Op het display wordt
OK
achtereenvolgens het volgende weergegeven.
 Countdown
 De inschakelvolgorde en de opwarmfase van de
sensoren starten.
 Displaytest
 Startbeeldscherm
 Firmware-versie
 Alarmelemententest (LEDs, alarmsignaal en
vibratiealarm)
 Klantspecifiek infoscherm (optioneel en
configureerbaar met PC-software Dräger CC-Vision)
 Meetkanaal, sensortype, alarmgrenzen, STEL, TWA
(indien geconfigureerd) en OEG-factor (indien
aanwezig)
 Evt. verstreken bumptest- of kalibratie-intervallen en
voorwaarschuwingen (indien geconfigureerd)
 Meetweergave
4.3.2 Gasmeetinstrument uitschakelen
Als het gasmeetinstrument in de lader wordt geplaatst,
wordt deze automatisch uitgeschakeld.
1. en gelijktijdig ingedrukt houden totdat de getoonde
OK
countdown is afgelopen.
 Gedurende korte tijd wordt een optisch-, akoestisch-
en vibratiealarm geactiveerd.
 Het gasmeetinstrument is uitgeschakeld.
4.4 Voorbereidingen voor bedrijf
WAARSCHUWING
Gevaar van ernstige schade aan de gezondheid
Een onjuiste kalibratie kan leiden tot foutieve meetresultaten
die ernstige schade aan de gezondheid tot gevolg kunnen
hebben.
► Voorafgaand aan veiligheidsrelevante metingen, de
kalibratie door middel van een functietest (bump test)
controleren, zo nodig kalibreren en alle alarmelementen
controleren. Indien nationale regelgevingen van kracht
zijn, moet de bumptest conform deze regelgeving worden
uitgevoerd.
Het gasmeetinstrument moet voor de persoonlijke controle
in de buurt van de ademzone worden gedragen.
Dräger adviseert om het gasmeetinstrument met de clip aan
de kleding te bevestigen, hetzij aan de kraag of aan de
borstzak. Indien in besloten ruimten gassen worden verwacht
die (veel) zwaarder zijn dan lucht (bijv. CO
gasmeetinstrument op een lagere plaats worden gedragen,
bijv. aan de riem of op de heup.
Het gasmeetinstrument beschikt over een
magneetschakelaar. Plaats geen magneten in de
onmiddellijke nabijheid van het gasmeetinstrument (bijv.
naambadges met magnetische houders). Dit kan functies
(bijv. de bumptest) van het gasmeetinstrument activeren.
| nl
Bedrijf
), kan het
2
103