Télécharger Imprimer la page

HOPPECKE HPzS Serie Mode D'emploi page 17

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 8
delde isolatie-weerstand van de batterij mag niet
lager zijn dan 50 Ω/Volt nominale spanning. Bij
batterijen tot 20 volt nominale spanning is dit
minstens 1000 Ω.
4. Verzorging
De batterij altijd schoon en droog houden om leks-
panningen te voorkomen. Vloeistof in de container
wegzuigen en volgens de voorgeschreven voor-
schriften afvoeren. Beschadigingen aan de trog
isolatie moet na het reinigen van de beschadigde
delen worden hersteld om de isolatie waarde
volgens EN 62485-3 veilig te stellen en trog cor-
rosie te vermijden. Het beste kunt u hiervoor uw
servicedienst bellen.
5. Buiten gebruik stellen
Een batterij die buiten gebruik wordt gezet voor
een langere periode moet volledig volgeladen
worden weggezet in een vorstvrije ruimte. Om
schade te voorkomen moet één van de volgende
methoden worden toegepast:
1. Maandelijkse vereffeningslading volgens punt
2.3
2. Onderhoudslading bij een laadspanning van
2,23 Volt x het aantal cellen
De levensduur van de batterij wordt, ook als de
batterij niet wordt gebruikt, met deze periode
verminderd.
6. Storingen
Indien storingen aan batterij of lader worden gesi-
gnaleerd dan kunt u het beste de servicedienst
inschakelen. Meetgegevens (punt 3.3) vereenvou-
digen het traceren van een storing. Een servicecon-
tract met ons afsluiten helpt het tijdig signaleren
en voorkomen van fouten.
7. HOPPECKE trak | uplift air (optional)
1. Men dient er voor te zorgen dat de bij de batterij
horende acculader geschikt is voor elektrolytcir-
culatie.
2. Voor de ingebruikname van een trak | uplift air
batterij is een systeemcontrole absoluut noo-
dzakelijk. Deze dient als volgt te worden uit-
gevoerd:
- contact met de luchtaansluitingen tot stand
brengen
Visuele controle van de elektrolytoppervlakken
van alle cellen ten aanzien van beweging en
opstijgende luchtbelletjes.
De ingebruikname als trak | uplift air batterij
mag slechts dan plaatsvinden, wanneer alle
cellen voldoende worden "gemengd".
3. De volgorde van het trak | uplift air systeem
mag in de schakelvolgorde niet worden ver-
anderd. Men dient ervoor te zorgen dat de
afzonderlijke slangen te allen tijd ver genoeg
op de T-stukken gestoken zijn, zodat dichtheid
en stabiliteit gegarandeerd zijn.
Slangverbinding niet knikken!
4. Gebruikstip
Er mag alleen gereinigde lucht in de cellen wor-
Terug naar leverancier
Batterijen met dit teken moeten worden gerecycled.
Batterijen die niet worden geretourneerd moeten worden verwerkt als gevaarlijke stof.
Pb
den geleid. Dit dient door middel van een pas-
sende filter te worden veilig gesteld. HOPPECKE
acculaders met Airpomp zijn in het algemeen
van een dergelijke filter voorzien.
8. AquaFill waterbijvulsystemen
1 watervoorraadreservoir
2 afvoeraansluiting met kogelkraan
3 aftappunt met magneetventiel
4 aftappunt met kogelkraan
5 stromingsschakelaar
6 batterijaansluitkoppeling
7 acculader
Functie
In de stop wordt een ventiel door de vlotter bewo-
gen. Dit ventiel bestuurt de bijvulprocedure ten
aanzien van de vereiste hoeveelheid. De aanwezi-
ge waterdruk blokkeert de verdere watertoevoer
en zorgt voor een correcte afslui-ting. Voor een
onberispelijke werking van het waterbijvulsys-
teem dient op de volgende punten te worden
gelet.
Vullen
Optimaal is een navulling een half uur voor het
einde van de volledige oplading. Het vullen dient
uiterlijk direct na het einde van het laden gebe-
uren.
Het is niet toegestaan dagelijks te vullen omdat
dit kan leiden tot een overvulling en uittreden van
elektrolyt. Wekelijks vullen wordt aanbevolen.
Bij elektronisch gestuurd vullen schakelt de HOP-
PECKE lader het elektromagnetische ventiel (1 ~
230 V) over naar het juiste navultijdstip.
De benodigde navultijd is programmeerbaar.
Vulduur
De vulduur is afhankelijk van de belasting gedu-
rende het gebruik en van de daarbij op-treden-
de omgevingstemperatuur. Normaal gesproken
neemt het vulproces circa 3 minuten in beslag. Aan
het einde van het vulproces blijft de stromingsindi-
cator stil staan. Aansluitend moet de watertoevoer
worden afgekoppeld om overvullen van de accu
te voorkomen.
Arbeidsdruk
De waterbijvulinstallatie dient zo te worden
geïnstalleerd dat er een waterdruk van 0,2 tot 0,6
bar ter hoogte van de bovenkant van de batterij
aanwezig is. De watertank dient op een hoogte
van 3 tot 7 meter geïnstalleerd te worden. Bij
de keuze van de buisdiameter moet het aantal
aftappunten en de lengte van de leiding in aan-
merking worden genomen. Accu's die speciaal
voor de Noord-Amerikaanse markt zijn bedoeld,
moeten gevuld worden met een waterdruk van
1,7 tot 2,4 bar.
Zuiverheid
Het voorraadreservoir mag slechts water bevatten
dat ten aanzien van de zuiverheid aan DIN 43530-
4 voldoet. Reservoir en buisleidingsysteem mogen
geen vuildeeltjes bevatten, die de werking van de
stop kunnen belemmeren. Om veiligheidsredenen
dient er een filter met een max. doorlaat van 100
tot 300 µm in de hoofdleiding naar de accu te
worden ingebouwd.
Slangverbinding op de accu
De slangverbinding van de afzonderlijke cellen
binnenin de accu is aan de aanwezige elektrische
schakeling toegewezen. Wijzigingen mogen niet
tot stand worden gebracht.
Met AquaFill voorziene accu's mogen alleen
in ruimten met temperaturen > 0 °C worden
gebruikt (anders gevaar door bevriezen van het
systeem).
Stromingsschakelaar
Ter controle van de vulprocedure kan in de watera-
anvoerleiding voor de batterijaansluitkoppeling
een stromingsschakelaar worden ingebouwd. Bij
het vullen perst de stroming van het van bovenaf
doorstromende water de kogel tegen de onderste
aanslag van het buisje aan. Na het sluiten van de
stoppen geeft de dan bovendrijvende kogel het
einde van de navulprocedure aan.
Stoplichter
Voor het uittrekken van de AquaFill-stop mag
alleen een speciaal gereedschap worden gebru-
ikt. Het uitlichten met de stop dient zeer zorgvul-
dig te worden uitgevoerd om beschadigingen te
voorkomen.
17

Publicité

loading

Produits Connexes pour HOPPECKE HPzS Serie

Ce manuel est également adapté pour:

Hpzb serie