Nederlands
19.2
Dockingstation, adapter, laad‐
kabel en stekkerverbindingen
reinigen
► Trek de netstekker van de adapter uit de con‐
tactdoos.
► Reinig het dockingstation, de adapter en de
laadkabel met een vochtige doek.
► Indien nodig: maak vastzittend vuil los met
een zachte borstel.
► Reinig stekkerverbindingen met een droge,
pluisvrije doek.
► Indien nodig: maak vastzittend vuil los met
een penseel.
20 Onderhoud
20.1
Visuele controle
► Maairobot regelmatig controleren:
– Schone laadcontacten
– Kap en beschermstrip op beschadigingen
controleren
– Soepel draaien van de wielen controleren
– Controleer de messen/klingen op beschadi‐
gingen, slijtage, scheurtjes en soepel
draaien.
– Controleer de messchijf op beschadigingen
en slijtage.
– Vervang het maaiwerk als de slijtagemar‐
keringen (1) zijn afgesleten en er gaten
zijn ontstaan.
– Controleer de L-pennen (2) op beschadigin‐
gen en slijtage.
– Vervang het maaiwerk als de L-pennen
(2) voor meer dan de helft zijn versleten.
230
– Controleer de stop (3) van de diagnose-
aansluiting op beschadigingen en goed
vastzitten.
20.2
Messen/klingen vervangen
WAARSCHUWING
■ De snijkanten van de messen zijn scherp. De
gebruiker kan zich snijden.
► Draag werkhandschoenen van slijtvast
materiaal.
► Stop de maairobot en activeer de vergrende‐
ling.
1
1
► Pak de maairobot aan de voorste handgreep
(1) en aan de achterste handgreep (2) vast.
► Leg de maairobot op de achterkant.
► Hendel (3) indrukken en ingedrukt houden.
2
► Draai de moer (4) net zolang linksom totdat
deze kan worden weggenomen.
20 Onderhoud
3
2
3
4
3
0458-012-9601-A