Nederlands
► Als de maairobot op openbaar toegankelijk
terrein wordt gebruikt: zet het maaivlak af
en plaats bordjes met de waarschuwende
tekst: "Waarschuwing! Automatische gras‐
maaier! Houd kinderen en huisdieren uit de
buurt en onder toezicht!" . Houd u aan de
plaatselijke voorschriften.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de maai‐
robot kunnen spelen.
► Definieer het maaivlak met behulp van de
begrenzingsdraad zoals in deze handlei‐
ding is beschreven. Aangewezen gebieden
waar de maairobot niet mag komen of
maaien, moeten met begrenzingsdraad
worden gescheiden van het maaivlak.
► Gebruik de maairobot niet op terrein met
kiezels of grind.
■ Personen kunnen over de begrenzingsdraad,
de leidraad of de bevestigingsspijkers struike‐
len. Personen kunnen letsel oplopen en er kan
beschadiging optreden.
► Leg de begrenzingsdraad en leidraad plat
op de grond.
► Sla de bevestigingsspijkers volledig in de
grond.
■ Als er met een tuinapparaat of met tuingereed‐
schap in het maaivlak wordt gewerkt, kan het
gereedschap de begrenzingsdraad, de lei‐
draad of de bevestigingsspijkers raken en
beschadigen. Voorwerpen kunnen op hoge
snelheid omhoog worden geslingerd. Perso‐
nen kunnen letsel oplopen en er kan bescha‐
diging optreden.
► Werk niet met een tuinapparaat of met tuin‐
gereedschap rond de begrenzingsdraad of
de leidraad.
■ Elektrische componenten van de maairobot
kunnen vonken veroorzaken. Vonken kunnen
in een makkelijk brandbare of explosieve
omgeving brand of een explosie veroorzaken.
Personen kunnen ernstig of dodelijk letsel
oplopen en er kan materiële schade ontstaan.
► Gebruik de maairobot niet in een licht ont‐
vlambare en ook niet in een explosieve
omgeving.
■ Als gevolg van onweer kan de maairobot
beschadigd zijn of kunnen er voorwerpen op
het maaivlak liggen. De maairobot kan zich in
een onveilige toestand bevinden en voorwer‐
pen kunnen tijdens het maaien omhoog wor‐
den geslingerd. Personen kunnen ernstig of
dodelijk letsel oplopen en er kan materiële
schade ontstaan.
► Controleer de maairobot na onweer op de
veilige toestand.
196
► Controleer de toestand van het maaivlak,
verwijder voorwerpen van het maaivlak.
4.5.2
Accu
De accu is in de maairobot ingebouwd en mag
alleen door een STIHL dealer worden uitge‐
bouwd.
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van de accu niet herkennen en de
gevaren hiervan niet inschatten. Buitenstaan‐
ders, kinderen en dieren kunnen ernstig letsel
oplopen.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden.
► Laat de accu niet zonder toezicht achter.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met de accu
kunnen spelen.
■ De accu is niet beschermd tegen alle invloe‐
den van buitenaf. Als de accu blootstaat aan
bepaalde invloeden van buitenaf kan de accu
in brand vliegen, exploderen of onherstelbaar
beschadigd raken. Personen kunnen ernstig
letsel oplopen en er kan materiële schade ont‐
staan.
► De accu tegen hitte en vuur bescher‐
men.
► De accu niet in het vuur werpen.
► De accu niet buiten de aangegeven tempe‐
ratuurgrenzen opladen, gebruiken en
opbergen,
23.6.
► De accu niet onderdompelen in
vloeistoffen.
► De accu bij kleine metalen voorwerpen van‐
daan houden.
► De accu niet blootstellen aan hoge druk.
► De accu niet in de magnetron plaatsen.
► De accu tegen chemicaliën en zouten
beschermen.
4.5.3
Dockingstation en adapter
WAARSCHUWING
■ Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
de gevaren van het dockingstation en de
adapter niet herkennen en ook niet inschatten.
Buitenstaanders, kinderen en dieren kunnen
ernstig of fataal letsel oplopen.
► Buitenstaanders, kinderen en huisdieren op
afstand houden.
► Zorg ervoor dat kinderen niet met het doc‐
kingstation of de adapter kunnen spelen.
4 Veiligheidsinstructies
0458-012-9601-A