Nederlands
► Leg de begrenzingsdraad zonder afstand
parallel aan het berijdbare gebied.
Het maximale hoogteverschil tussen het
berijdbare gebied en het maaivlak bedraagt a
= 1,5 cm
8.5
Niet-berijdbaar gebied
Een gebied kan niet worden bereden als er
obstakels dicht bij de grond uit het maaivlak ste‐
ken, de ondergrond niet stevig of zeer ongelijk is
en als het hoogteverschil tussen het maaivlak en
het aangrenzende gebied meer dan 1,5 cm
bedraagt.
Voorbeelden:
– Muur of omheining
– Heg of struik met laag groeiende takken
– Tuin met stenen of grindpad
– Bodem met veel wortels of een zeer ongelijke
bodem
► Leg de begrenzingsdraad over een afstand
van 37 cm (lengte: 1x iMOW
aan het niet-berijdbare gebied.
► Als het niet-berijdbare gebied zich binnen het
maaivlak bevindt: begrens het niet-berijdbare
gebied door middel van een geblokkeerd
gebied.
8.6
Water
Er moet een grotere draadafstand tot aan water
worden aangehouden als het water niet door een
vast obstakel met een hoogte van ten minste 10
cm van het maaivlak is gescheiden.
Voorbeelden:
– Vijver in de tuin
– Zwembad
214
< a
®
Ruler) parallel
8 Begrenzingsdraad neerleggen
– Beek of stroompje
► Leg de begrenzingsdraad met een afstand van
a = 1 m parallel aan de oever.
► Als het water zich binnen het maaivlak
bevindt: begrens het water door middel van
een geblokkeerd gebied.
8.7
Rand van een afgrond
Er moet een grotere draadafstand tot aan randen
van afgronden worden aangehouden als de rand
van een afgrond niet door een vast obstakel met
een hoogte van ten minste 10 cm van het maai‐
vlak is gescheiden.
Voorbeelden:
– Trap
– Steunmuur
– Helling met traptreden
► Leg de begrenzingsdraad met een afstand van
a = 1 m parallel aan de rand van de afgrond.
8.8
Afgebakend gebied
Gebieden op het maaivlak waar de maairobot
niet kan of mag komen, moeten door middel van
een geblokkeerd gebied worden afgebakend.
Voorbeelden:
– Border zonder een vaste en ten minste 10 cm
hoge afscheiding
– Vijver of zwembad zonder een vaste en ten
minste 10 cm hoge afscheiding
– Obstakels die niet mogen worden geraakt
– Obstakels die niet voldoende stevig zijn
– Obstakels die lager zijn dan 10 cm
Voor robuust maaien mogen afgebakende gebie‐
den geen vormen hebben met een welving het
gebied in.
a
a
0458-012-9601-A